In de Monitor contractering in de wijkverpleging heeft de NZa de inhoudelijke afspraken onderzocht die zorgverzekeraars en zorgaanbieders hebben gemaakt in het Hoofdlijnenakkoord Wijkverpleging van 2019-2022 (HLA). “We zien dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders voor 2021 meer afspraken gemaakt hebben over de organisatie van onder andere onplanbare nachtzorg, wijkgericht werken en digitale zorg. Over preventie en arbeidsmarkttekorten zien we echter nauwelijks afspraken. Ook de kwaliteit van de zorg blijft nog onderbelicht in contracten”, schrijft zorgautoriteit.
Bijcontractering en cliëntenstops
Als het om het contracteringsproces en de informatievoorziening gaat, kunnen partijen nog stappen zetten, stelt de NZa. “Zorgaanbieders en zorgverzekeraars vinden beiden dat de afhandeling van een bijcontracteringsverzoek sneller moet. Dat duurt nu meestal tussen de 1 en 3 maanden, net als de cliëntenstop die daarmee samenhangt. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars kunnen hier nog winst behalen.”
Bij de cliëntenstops doen zich onwenselijke situaties voor, ziet de zorgautoriteit. Zorgaanbieders verwijzen cliënten bij een cliëntenstop niet door naar andere aanbieders of naar de zorgbemiddeling van de zorgverzekeraar. Ook worden palliatieve zorg en spoedzorg niet altijd buiten de cliëntenstop gehouden, wat wel zou moeten. “We verwachten verbetering op deze punten”, aldus de NZa.
Het aandeel ongecontracteerde zorg is verder gedaald in 2019. Voor de cliënt zijn de (financiële) consequenties van ongecontracteerde zorg echter niet altijd op voorhand duidelijk. Ongecontracteerde zorg wordt niet altijd volledig vergoed.
Passende zorg
Tot slot ziet de NZa dat de schotten en domeinen in het zorgstelsel belemmeringen vormen om passende zorg te leveren. “We zien dat wel er iets meer afspraken worden gemaakt over wijkgericht werken, maar het tempo laat nog te wensen over. Een goed voorbeeld is een verzekeraar die in een meerjarenovereenkomst uitwerkt hoe preventie in de wijk wordt georganiseerd. We roepen de zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten op om tot een passende financiering te komen. We roepen zorgaanbieders op de zorg zo te organiseren dat het waarde toevoegt voor de cliënt. De voortgang op het gebied van preventie en kwaliteit loopt al een aantal jaar moeizaam, ondanks de aanbevelingen van de NZa in de afgelopen monitors. Het is nu zaak dat bovenstaande onderwerpen gaan landen in de praktijk.”