© FatCamera / Getty Images / iStock
De twee belangrijkste redenen voor zorgmedewerkers om zzp’er te worden zijn: zelf kunnen bepalen hoeveel en wanneer je werkt (geldt voor 46 procent van de vrouwen, 40 procent van de mannen) en het beter combineren van werk en privé. Betere zorg kunnen leveren is de derde belangrijkste motivatie om zzp’er te worden.
Hoger loon als zzp’er is voor een kwart van de mannen doorslaggevend en voor 18 procent van de vrouwen. Opvallend is dat slechts 10 procent van de ondervraagden aangeeft dat de mate van bureaucratie een rol heeft gespeeld bij hun besluit. Eén op de vijf overstappers geeft aan dat “een nieuwe uitdaging” meeweegt; één op de zes wilde niet meer voor een baas werken.
Stijging met 14 procent
Volgens het CBS steeg het aantal zzp’ers in de zorg- en welzijnsector vorig jaar 14 procent: dat is een dubbel zo snelle toename dan gemiddeld bij andere beroepen. Eind vorig jaar telde het CBS 178.000 zzp’ers in de zorg. Daarmee is 16 procent van de zorgprofessionals zzp’er.
Relatief de meeste zelfstandigen werken in huisartsenpraktijken en gezondheidscentra: 38 procent. De minste in de gehandicaptenzorg (3 procent). De ziekenhuizen zitten op 5 procent en bij umc’s blijft het aantal zzp’ers beperkt tot 1 procent. Gemiddeld werken zzp’ers 32 uur per week – tegen 25 uur bij hun collega’s in loondienst.
Kwart werkt flexibel
Uit de cijfers blijkt dat een kwart van de zorgmedewerkers flexibel werkt. Dat kan met een tijdelijk contract, als oproepkracht of via een uitzendbureau. Bij umc’s en in de jeugdzorg werkt een derde van het personeel flexibel. In de vvt en de algemene ziekenhuizen is dit ongeveer een vijfde van het aantal werknemers. In de ggz is dat percentage het laagst: 12 procent.
Olaf Wijman
Dus ophouden met het bashen van zzp-ers in de zorg!