Foto: Gorodenkoff/stock.adobe.com
Dat blijkt uit het jaarverslag over 2022 dat HMC heeft gepubliceerd. Voor zover bekend is HMC de eerste grote zorginstelling die cijfers over het afgelopen boekjaar bekendmaakt.
Eerder deze week bleek dat HMC moeite heeft om personeel te vinden, net als veel andere zorginstellingen. De raad van bestuur voelt zich onder meer gedwongen om in mei en juni de zes OK’s op de locatie Bronovo af te schalen, omdat het onvoldoende verpleegkundigen en OK-assistenten heeft.
Drie taskforces
Bestuursvoorzitter Ingrid Wolf zei onlangs op Skipr dat HMC in dat opzicht “een probleem” heeft: “We hebben een chronisch verpleegkundigentekort. We zijn met drie taskforces aan het kijken hoe we de OK’s zo effectief mogelijk kunnen benutten.” HMC heeft OK’s op drie locaties: Bronovo, Westeinde en Antoniushove.
Netto-resultaat 5,3 miljoen
De omzet en het netto-resultaat van HMC over 2022 zijn stabiel gebleven. De omzet steeg 1 procent naar 528 miljoen euro en het netto-resultaat nam toe van 5,2 miljoen naar 5,3 miljoen euro. Belangrijke factor hierbij waren de lagere rentelasten.
Bijzonder uitdagend
De raad van bestuur vindt de vooruitzichten voor 2023 “bijzonder uitdagend”. De top noemt daarbij het hogere ziekteverzuim, de krappe arbeidsmarkt en de werkdruk van het personeel. Verder speelt de onzekerheid mee over de effecten van de inflatie en de kostbare loon-afspraken die onlangs gemaakt zijn in de nieuwe cao voor het ziekenhuispersoneel.
Positieve punten in 2022 waren volgens het jaarverslag de implementatie van de standaard content HiX 6.3, de presentatie van de nieuwbouwplannen voor 2022-2035 en het akkoord met HagaZiekenhuis om vanaf 1 mei aanstaande de zorg voor alle level1-traumapatiënten over te nemen.
Peter Koopman
Ziekenhuis schrijft in jaarbericht 2022 dat 27% van het “zorgpersoneel” niet in loondienst is (741 personen). Omzet en netto resultaat bleven stabiel en steeg iets. In deze tekst verwijst de Raad van Bestuur naar het tekort aan verpleegkundigen en OK assistenten als voorbeeld van “patiëntgebonden medewerkers”. Nu zullen in deze PNIL cijfers ook artsen en andere beroepen en functies ( adviseurs, uitzendkrachten enz. opgenomen zijn en gaat het niet alleen om zzp-verpleegkundigen. Ook wordt niet duidelijk hoe groot de omvang qua werkuren in relatie tot het totaal werkuren bedraagt. Het verzuim wordt hoog genoemd, maar zzp—ers verzuimen niet en vangen dit vaak op. Dat een deel van de zorgprofessionals als zorggekwalificeerde zzp-er of uitzendkracht beschikbaar is lijkt me niet verkeerd als daarmee de continuïteit van zorgverlening en ondersteuning werklast noodzakelijk is ( flexibele roosterplanning voor vast personeel). Dat de omvang ZZP ook iets zegt over de loonkloof bij verpleegkundigen wordt ontbreekt in dit jaarbericht, terwijl al voor dit boekjaar bekend ( SER rapport 12 mei 2021). De aankomende CAO onrust was niet verrassend voor Raden van Bestuur.