Eén en ander komt naar voren uit een onderzoek van Andersson Elffers Felix (AEF) in opdracht van de branchevereniging van woningcorporaties Aedes. Door de afbouw van intramurale ggz-voorzieningen en een op zelfredzaamheid gericht beleid huisvesten woningbouwverenigingen steeds meer psychisch kwetsbare huurders. “Wij maken ons zorgen over de toename en de zorg van de kwetsbaren in onze wijken”, zegt Aedes-bestuurslid Hester van Buren.
Escalatie
Die zorg wordt ingegeven door de wetenschap dat er in de huidige situatie pas ondersteuning komt wanneer de woonsituatie escaleert. Veel te laat, vindt Van Buren. Dat vinden met haar 60 procent van de corporaties en Wmo-aanbieders. Van de corporaties noemt 65 procent de ondersteuning vanuit de Wmo onder de maat, van de aanbieders van welzijn en ondersteuning is dat bijna de helft.
Van de respondenten is 40 procent van mening dat er onvoldoende financiële middelen zijn, met name voor begeleiding vanuit de Wmo. Versnipperde financieringsbronnen voor zorg en ondersteuning maken het voor kwetsbare huurders bovendien ingewikkeld om passende hulp te vragen.
Tijdelijk personeel
Daarnaast zijn er ook problemen die niet zonder meer met geld zijn op te lossen, zoals personeelstekorten in de zorg, wachtlijsten in de ggz en ambulantisering. De beweging om mensen minder in klinieken op te nemen is doorgezet, maar de opbouw van intensieve zorg aan huis ontbreekt. Kortdurende gemeentelijke contractering compliceert het probleem. Aanbieders nemen hierdoor meer tijdelijk personeel in dienst, hetgeen de kwaliteit van het personeel en daarmee de geleverde ondersteuning onder druk zet.
Versnippering
Samenwerking blijft de achilleshiel van het sociaal domein. Partijen werken vooral vanuit ‘hun eigen koker’, constateert AEF: “Partijen kennen elkaars taal en wereld nog onvoldoende en weten niet wat zij van elkaar kunnen verwachten. Dit uit zich bijvoorbeeld in versnipperde geografische werkgebieden van de verschillende partijen, dilemma’s in informatie-uitwisseling en uiteenlopende uitgangspunten, bijvoorbeeld buurtgericht of individu-gericht werken.”
Regierol
Respondenten zijn met name ontevreden over de samenwerking met ggz-aanbieders en gemeenten. Ruim 60 procent van de respondenten vindt dat de ggz zijn rol beter zou kunnen vervullen. Achttien procent vindt zelfs dat de ggz ronduit tekort schiet. Ook de gemeente kan volgens veel respondenten (57 procent) haar rol beter invullen, met name als het aankomt op het voeren van de regie over de de zorg en ondersteuning voor kwetsbare bewoners in wijken.
Incongruent beleid
Een belangrijk pijnpunt is de bestuurlijke en beleidsmatige versnippering. Omdat meerdere wethouders betrokken zijn bij de uitvoering van de Wmo en Woningwet en dit ook organisatorisch gescheiden houden, gaat interne afstemming ten koste van integrale sturing. Het resultaat is incongruent beleid, dat gekenmerkt wordt door conflicterende belangen. Zo staat het huisvesten van meer ‘reguliere’ sociale huurders uit de woonopgave op gespannen voet met de zorgopgave om ‘urgenten’ uit de crisisopvang te vangen.
Vraaggericht
Ook aan de werkwijze in het sociaal domein schort het nodige. Spil in deze werkwijze zijn de wijkteams. De meeste van deze teams werken op dit moment vraaggericht. Het probleem is echter dat mensen in een kwetsbare positie meestal geen hulpvraag stellen. Hun problemen komen nu vaak aan het licht via overlastmeldingen bij de woningcorporaties. Dat is zowel voor bewoners als omwonenden onwenselijk.
Waakvlam
Vanwege de grote concentratie van kwetsbare mensen zetten woningcorporaties steeds vaker sociaal beheerders in om een vinger aan de pols te houden en problemen vroegtijdig te signaleren. Deze ‘waakvlamfunctie’ is in het huidige zorgsysteem grotendeels afwezig. Aedes vindt dat een dergelijke functie in de wijken moet terugkomen. Kwetsbare bewoners kunnen zo terugvallen op een herkenbare, betrouwbare ondersteuner, zonder dat ze steeds opnieuw hoeven te vragen of een intake hoeven te doorlopen.