Actie
Kwetsbare kinderen worden onvoldoende beschermd, constateerden de twee inspecties eind 2019. Het gaat om kinderen van wie de (kinder)rechter vaststelt dat het niet goed met hen gaat omdat ze bijvoorbeeld verwaarloosd of mishandeld worden of omdat ze strafbare feiten plegen. In oktober 2020 drongen de inspecties aan op actie.
Twee regio’s op tijd
In twee van de elf jeugdbeschermingsregio’s, namelijk Friesland en Overijssel, lukt het nu om jongeren tijdig jeugdbescherming te geven.
‘De regio’s Gelderland, Groningen & Drenthe, Limburg, Utrecht & Flevoland en Zeeland zijn daar nog niet in geslaagd.’ De inspecties verwachten dat deze zes regio’s dit op korte termijn wel voor elkaar hebben en zullen de jeugdbescherming in deze regio’s volgens normaal toezicht blijven volgen.
Verscherp toezicht
De regio’s Brabant, Noord-Holland/Amsterdam, Rijnmond en Zuid West zijn zorgelijker. Deze regio’s staan komend halfjaar onder verscherpt toezicht. In Zeeland en Brabant is de situatie zelfs verslechterd. Dat komt door het faillissement van Briedis, het beëindigen van het contract van de Zeeuwse gemeenten met Intervence en de tijdige opnamestop bij Jeugdbescherming Brabant en de William Schrikker Stichting.
Arbeidsmarkt
De inspecties noemen “de situatie in de jeugdbescherming heel kwetsbaar”. Hier liggen structurele problemen aan ten grondslag: “Het zware werk en de krapte op de arbeidsmarkt blijven zorgen voor een hoog ziekteverzuim en verloop van jeugdbeschermers.” (Lees hier meer over in het artikel: “Duizenden medewerkers keerden jeugdbescherming de rug toe”). Voor het behoud van medewerkers zou het volgens de inspecties helpen als er een maximale caseload komt.
Te weinig aanbod
Ook constateren de inspecties een tekort aan een goed hulpaanbod in de specialistische hulp die kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel nodig hebben. Er wordt onvoldoende bovenregionaal samengewerkt. Het kabinet moet als stelselverantwoordelijke ervoor zorgen dat dat aanbod kwalitatief en kwantitatief toereikend is. Het rijk moet ook bewaken dat de beschikbaar gestelde middelen daadwerkelijk ten goede komen aan de kwetsbare jongeren, bijvoorbeeld door te helpen bij huisvesting.
Gemeenten
Gemeenten bemoeilijken het snel vinden van passende hulp, doordat elke gemeente haar eigen inkoop- en aanmeldprocedures hanteert. Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd (BGZJ) roepen gemeenten dan ook op om meer rust te brengen in de contracten. Gemeenten moeten volgens de BGZJ stoppen met het vaststellen van budgetplafonds.
Vraag en aanbod
Voor de vervolgstappen adviseren de inspecties het rijk om een goed beeld te krijgen van vraag en aanbod van jeugdbescherming, jeugdreclassering en specialistische jeugdhulp.
Ten slotte helpt het sluiten van opvangplekken niet. “Onderken dat ook in de toekomst een beperkte groep kinderen intensieve en soms gedwongen jeugdhulp nodig heeft. Soms ook (langdurig) verblijf”, schrijven de inspecties.
Arne van Oranje
Afgezien van de ziekenhuiszorg is de rest van de zorg failliet, slecht en kapot gebudgetteerd. Als we niet meer geld willen uitgeven aan de zorg moeten we accepteren dat er geen of niet tijdig zorg geleverd kan worden en dat er levens verloren gaan.