De LAD heeft zich vervolgens met de Federatie Medisch Specialisten beraden op vervolgstappen. Op basis van een vragenlijst die de LAD en Federatie hadden uitgezet, is de LAD opnieuw in gesprek gegaan met de NFU. Dat heeft ertoe geleid dat de NFU ermee heeft ingestemd de afspraken over duurzame inzetbaarheid – die specifiek gelden voor medisch specialisten – uit te stellen tot 1 januari 2026. Het plan is om in de tussenliggende periode tot een evenwichtig pakket aan afspraken te komen voor alle generaties. 61 procent van de medisch specialisten heeft ingestemd met dit aangepaste resultaat. De LAD ondertekent de nieuwe (aangepaste) cao daarom alsnog.
Diensten draaien
De ontevredenheid bij medisch specialisten over het oorspronkelijke onderhandelingsresultaat zat vooral in een optelsom van de afspraken die specifiek voor hen gelden. Met name de afspraak om tot latere leeftijd diensten draaien, woog voor hen zwaar. Terwijl voor andere werknemers nu al balansverlof wordt ingevoerd, is voor medisch specialisten onduidelijk in hoeverre de NFU de komende jaren gaat investeren in hun duurzame inzetbaarheid.
Uitstel of stiptheidsacties?
De LAD en Federatie zetten vorige week een vragenlijst uit om te polsen hoe medisch specialisten aankijken tegen twee scenario’s: het eerste scenario is om te proberen de duurzame inzetbaarheidsafspraken naar achteren te schuiven zodat de looptijd van het akkoord kan worden gebruikt voor evenwichtige afspraken over duurzame inzetbaarheid voor alle generaties. Een andere optie is om stiptheidsacties te voeren, waarbij medisch specialisten de letter van de cao letterlijk naleven en geen stap extra doen.
Hoge actiebereidheid
Een meerderheid kon zich vinden in beide scenario’s, al gaven veel medisch specialisten ook aan moeite te hebben met een actietraject omdat dit in hun ogen impact kan hebben op de patiëntenzorg. Daarop heeft de LAD besloten opnieuw in gesprek te gaan met de NFU, zodat er tijd is om tot een evenwichtig nieuw hoofdstuk 15 te komen (in dit hoofdstuk van de cao staan specifiek afspraken die voor medisch specialisten gelden). De LAD heeft de hoge actiebereidheid wel bij de NFU geadresseerd om daarmee het belang van evenwichtige afspraken te benadrukken.
Aangepaste afspraken cao umc
In het aangepaste onderhandelingsresultaat is afgesproken dat de leeftijd tot waarop diensten moeten worden gedraaid, niet per 1 januari 2025 maar per 1 januari 2026 stapsgewijs omhooggaat naar 62 jaar. Na het bereiken van deze leeftijd is er geen verplichting meer tot het draaien van diensten en blijft de TVO (toelage verzwarende omstandigheden) behouden. Daarnaast krijgt iedere academisch medisch specialist van 59 jaar of ouder met ingang van 1 januari 2026 (in plaats van 1 januari 2025) de mogelijkheid op eigen verzoek geen diensten meer te verrichten. In dat geval wordt de toelage (voor 24-uursdiensten of verzwarende omstandigheden) gefaseerd afgebouwd.
Arbeidsduur max 40 uur
Verder hebben academisch medisch specialisten met ingang van 1 januari 2026 (in plaats van 1 januari 2025) vanaf 60 jaar een gemiddelde arbeidsduur van 40 uur (in plaats van 40-48), exclusief diensten. Tot slot is er een toevoeging gedaan aan de afspraak dat alle academisch medisch specialisten na afloop van een bereikbaarheids- of aanwezigheidsdienst in de nacht, ten minste 8 uur rusttijd dan wel geen aansluitende (dag)dienst met patiëntenzorg gebonden taken hebben. Gezien de signalen die medisch specialisten hebben afgegeven over de uitvoerbaarheid en daarmee de naleving hiervan, wordt aan deze afspraak toegevoegd dat de NFU en de LAD met elkaar randvoorwaarden opstellen om tot een goede implementatie te komen.
Cao umc
De overige afspraken uit het resultaat van 15 februari 2024 (waaronder de afspraken over de loonsverhoging, reiskostenvergoeding en de generatieregeling) blijven onveranderd. Het aangepaste onderhandelingsresultaat wordt de komende weken uitgewerkt in een definitieve cao-tekst. De LAD en Federatie willen zich de komende twee jaar in nauwe afstemming met medisch specialisten inspannen voor een evenwichtige herziening van hoofdstuk 15.