Patiënten met maagkanker hebben in Nederland aanzienlijk lagere overlevingskansen dan in andere westerse landen. Dat meldt NRC Handelsblad op basis van een meting van het Dutch Institute for Clinical Auditing (DICA). Concentratie is dan ook hard nodig, vinden deskundigen.
Vijf jaar na de operatie die nodig is om de tumor te verwijderen, leeft nog geen één op de vijf (18 procent) van de Nederlandse maagkankerpatiënten, zo meldt NRC. In andere landen is dit bijna een kwart (24 procent). Gemiddeld sterft 7 procent binnen dertig dagen na de operatie tegen 4 procent in andere westerse landen.
Acht ingrepen
Als verklaring voor deze verschillen voert DICA aan dat te veel ziekenhuizen (42 van de 92) zich nog bezighouden met maagkankerbehandelingen. Gemiddeld voeren deze 42 ziekenhuizen acht maagkankeroperaties per jaar uit. Oncologisch chirurg Richard van Hillegersberg van het UMC Utrecht pleit er daarom voor om de kleine vijfhonderd maagkankeroperaties die jaarlijks nodig zijn te concentreren in vijf ziekenhuizen.
Volumenormen
Op grond van de meting van DICA, hebben de landelijke chirurgen vorig jaar besloten om maagkanker aan te merken als ‘hoogcomplexe’ zorg met bijbehorende volumenorm. Het minimumaantal operaties dat een ziekenhuis moet doen, wordt twintig maagkankeroperaties per jaar. Daarmee zou het aantal ziekenhuizen dat maagkankeroperaties mag uitvoeren al direct dalen van 42 naar 23.