Het tekort betekent dat mensen zich niet preventief kunnen laten inenten als ze naar een land gaan waar veel hondsdolheid voorkomt. Dat zijn met name landen in Afrika, Oost-Europa, Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië. Rabiës leidt tot een zeer ernstige herseninfectie die vaak fataal afloopt. Wereldwijd overlijden jaarlijks zo’n 60.000 mensen aan rabiës volgens de GGD.
Alleen noodgevallen
Vanwege het tekort vaccineren de GGD’en in het land alleen nog mensen die tijdens hun reis een incident hebben gehad. Ook mensen die al aan een kuur waren begonnen kunnen die waarschijnlijk nog afmaken, maar zij moeten bij hun eigen GGD informeren of dat nog mogelijk is. De GGD raadt reizigers dringend aan om in het buitenland geen levende of dode dieren aan te raken. Wie toch een verwonding door een dier oploopt moet de wond goed schoonmaken met water, zeep, betadine of alcohol 70 procent en direct de alarmcentrale van de eigen ziektekostenverzekeraar bellen.
Een volledig afgemaakte kuur tegen hondsdolheid (twee prikken) beschermt levenslang, zegt de GGD. De vaccinatie werkt zeven dagen na de eerste prik meestal al voldoende. (ANP)