Beeld: Daisy Daisy / Stock.adobe.com
De ‘Visie eerstelijnszorg 2030’ werd al verschillende keren uitgesteld. Nu ligt er een conceptversie. De achterbannen van de betrokken partijen – ActiZ, InEen, KNGF, KNMP, LHV, NHG, NVAVG, Patiëntenfederatie Nederland, PPN, Sociaal Werk Nederland, V&VN, Verenso, VNG, ZN, Zorgthuisnl, NZa, Zorginstituut Nederland en het ministerie van VWS – kijken nu naar deze conceptversie.
Fundamentele veranderingen
In de visie staan zes punten die fundamenteel anders moeten in de eerste lijn. De ongewenste druk op de eerstelijnszorg moet worden verminderd, patiënten worden beter voorbereid en toegeleid naar de eerstelijnszorg en de zorg krijgt als focus gezondheid en kwaliteit van leven, ‘waarvan meerwaarde digitaal ondersteund’. Andere veranderingen zijn het anders organiseren van taken waardoor de personele capaciteit beter wordt benut, het realiseren van een hechte samenwerking tussen professionals in wijken en dorpen en een betere aanspreekbaarheid van de eerstelijnszorg in de regio.
Een betere aanspreekbaarheid moet gerealiseerd worden door een betere samenwerking met het sociaal domein, tweede- en derdelijnszorg en een 24/7 infrastructuur voor de eerstelijnszorg voor crisissituaties.
Eén aanspreekpunt op wijkniveau
Demissionair minister Kuipers en minister Helder zien de visie als een belangrijk onderdeel van het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO). De ministers vinden bijvoorbeeld de notie dat ‘niet alles meer kan’ belangrijk, net als dat de eerstelijnszorg verantwoordelijkheid voor een populatie draagt en dat er op wijkniveau één aanspreekpunt ontstaat.
Samenwerking in wijkverband
De ministers willen de mogelijkheden voor samenwerking binnen de eerste lijn, maar ook tussen de eerste lijn en het sociale domein. Ze ‘beperken de focus op concurrentie’. In de bijbehorende Kamerbrief schrijven ze: “We zien voor ons dat samenwerking en contractering meer dan nu gebaseerd zijn op continuïteit, wederzijds vertrouwen en een perspectief op de langere termijn. Concreet betekent dit dat professionals in 2030 in de wijk of in het dorp in hechte wijkverbanden samenwerken. Kernspelers van de hechte wijkverbanden, met daarin in elk geval de huisarts, wijkverpleegkundige, sociaal domein professional waaronder sociaal werk en apotheker, hebben korte lijnen met elkaar en kunnen inspelen op de specifieke behoefte van burgers en samen werken aan vernieuwing en preventie.”
Gelijkgerichte contractering
In de visie staat dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders op wijk- en regioniveau gelijkgericht moeten handelen. “Zorgverzekeraars moeten aansluiten met passende, dat wil zeggen volgende of gelijkgerichte, contractering van het regionale eerstelijnssamenwerkingsverband en de vertaling daarvan in de individuele contractering van zorgaanbieders.”
Subsidie en strategie
Om de veranderingen te bewerkstelligen, heeft het ministerie tot en met 2026 104 miljoen euro beschikbaar gesteld via subsidieprogramma’s van ZonMw. Naast de visie is er ook een veranderstrategie opgesteld. Deze strategie beschrijft wat er op welk niveau – lokaal, regionaal en landelijk – moet veranderen om de visie in 2030 te verwerkelijken.
De toegang tot eerstelijnszorg staat in Nederland onder druk. Steeds meer huisartsen hanteren een patiëntenstop.