De forensisch psychiatrische kliniek De Woenselse Poort is onvoldoende in staat om een veilig leef- en werkklimaat te bieden. Dit concludeert de Inspectie Veiligheid en Justitie (Inspectie VenJ) in het definitieve rapport over de kliniek in Eindhoven, naar aanleiding van mediaberichten in september 2016 over mogelijke misstanden.
Agressie en intimidatie komen regelmatig voor in De Woenselse Poort en cliënten en personeel voelen zich hierdoor onveilig, volgens de Inspectie VenJ. De inspectie constateert dat het toezicht op cliënten in de kliniek onvoldoende is. Daarnaast ziet zij tekortkomingen op met name drie aspecten, die de Inspectie “van cruciaal belang” noemt voor een veilig leef- en werkklimaat.
Personeelstekort
Ten eerste zijn er veel vacatures als gevolg van een hoog ziekteverzuim, waardoor er sprake is van een personeelstekort. Medewerkers brengen veel tijd door op de verpleegpost, mede als gevolg van administratieve werkzaamheden, waardoor zij minder toezicht hebben op cliënten en wat zich op de groep afspeelt. Ook is er een tekort aan kennis van, en ervaring met, het forensisch psychiatrisch werkveld bij diverse medewerkers. Dit leidt ertoe dat zij naar eigen inzicht handelen en er soms sprake is van handelingsverlegenheid.
Ten tweede constateert de inspectie een gebrek aan sturing en ondersteuning van medewerkers. Door de invoering van zelforganisatie en het verdwijnen van twee managementlagen is de leidinggevende functionaris op afstand gepositioneerd. In de uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden missen de medewerkers van de teams op de afdelingen duidelijkheid en continuïteit bij het bewaken van de werkprocessen en sturing op de uitvoering daarvan.
Ten derde stelt de Inspectie VenJ vast dat de cultuur van de verschillende afdelingen in De Woenselse Poort naar binnen is gericht. Het is geen vanzelfsprekendheid dat medewerkers weten wat er op andere afdelingen en in andere teams speelt. Op verschillende niveaus is sprake van ‘eilandjes’. “Daarnaast is er geen open en transparante communicatie, medewerkers vinden het lastig om elkaar aan te spreken.”
Drugsbeleid
Verder constateert de Inspectie VenJ dat een “aanzienlijk deel van de cliënten” softdrugs gebruikt. De kliniek voert het drugsbeleid niet op eenduidige wijze uit en de maatregelen om de beschikbaarheid van drugs tegen te gaan zijn niet afdoende.
De inspectie noemt het een vereiste dat De Woenselse Poort voldoende toezicht houdt op de cliënten en kan steunen op de beschikbaarheid en inzetbaarheid van voldoende deskundig en ervaren personeel. Het is bovendien van belang dat het voor medewerkers helder is wat de individuele taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn en dat men hier op een open en transparante wijze over communiceert. “Daarbij is het evenzo belangrijk dat medewerkers voldoende aandacht, sturing en ondersteuning krijgen bij de uitvoering van hun werkzaamheden.”
De inspectie concludeert dat De Woenselse Poort onvoldoende in staat is om een veilig leef- en werkklimaat te bieden. Ter verbetering van het leef- en werkklimaat doet de inspectie de volgende aanbevelingen aan de tbs-kliniek: breng de inzetbaarheid van deskundig en ervaren personeel op peil; draag zorg voor aandacht, sturing en ondersteuning voor medewerkers en geef richting aan de teamprocessen (waaronder drugsbestrijding); creëer een open en transparante communicatiecultuur.