De levensverwachting van hoogopgeleide 65-jarigen is de afgelopen jaren toegenomen, terwijl die van laagopgeleide leeftijdgenoten gelijk bleef. Het verschil in levensverwachting tussen hoog- en laagopgeleiden was in de periode 2015 tot en met 2018 ruim 4 jaar bij vrouwen. Bij mannen was dit ruim 5 jaar, maakte statistiekbureau CBS bekend.
In de voorgaande periode 2011-2014 was dit verschil bij zowel mannen als vrouwen één jaar kleiner. Het verschil in levensverwachting heeft vermoedelijk te maken met leefstijl. Zo is het bekend dat mensen met een lager onderwijsniveau vaker roken en overgewicht hebben. Ook hebben deze mannen en vrouwen volgens het CBS vaker gehoorproblemen, gezichtsbeperkingen en aandoeningen aan onder andere gewrichten en spieren.
Daarbij gaan hoogopgeleide werknemers gemiddeld 8 maanden eerder met pensioen dan mensen met een lagere opleiding. De gemiddelde pensioenleeftijd was vorig jaar 65 jaar.
De nieuwste cijfers over de levensverwachting van het CBS onderstrepen volgens FNV het belang van de afspraken over eerder stoppen met werken in het pensioenakkoord. “Het groeiende verschil in levensverwachting laat zien dat de vakbond terecht bleef hameren op bevriezen van de AOW-leeftijd en het schrappen van de boete op eerder stoppen”, aldus FNV. (ANP)