Joba van den Berg (CDA) vraagt in de motie om de verdeelsleutel van ggz-opleidingsplekken aan te passen. De voorkeur voor opleidingsplekken gaat daarbij dan naar ggz-aanbieders die meedoen met crisisdiensten, hoogcomplexe en multizorg leveren en afspraken maken over kwantiteit in relatie tot kwaliteit. Dat zijn in de praktijk alleen de grote geïntegreerde ggz-instellingen. De LVVP verzoekt minister Conny Helder om deze motie niet uit te voeren.
Geschokt
In de motie staat dat dat vrijgevestigde ggz-praktijken vaak niet gecontracteerd zijn, zodat er geen kwaliteitsafspraken zijn gemaakt, dat ze veelal niet deelnemen in crisisdiensten en dat ze veelal eenvoudige zorg aanbieden.
De LVVP verwacht van Tweede Kamerleden dat zij besluiten nemen op basis van feiten, terwijl er in de motie fouten staan. “We zijn geschokt dat de Tweede Kamer dit soort uitspraken doet zonder op enige wijze de feiten te checken”, schrijft de LVVP. “Van Tweede Kamerleden verwachten we dat zij besluiten nemen op basis van feiten.” De LVVP heeft op 7 december 2022 alle feiten over (on)gecontracteerd werken in de zorg toegelicht aan de vaste kamercommissie van VWS.
Onjuistheden
De LVVP noemt daarom een aantal feiten over vrijgevestigde ggz-praktijken. Zo behandelen hoogopgeleide en ervaren BIG-geregistreerde klinisch psychologen en psychotherapeuten in kleinschalige en laagdrempelige vrijgevestigde praktijken mensen in de gespecialiseerde ggz met ernstige en complexe psychische problemen.
Gz-psychologen in de vrijgevestigde praktijk behandelen mensen in de generalistische basis-ggz met matige tot ernstige, niet-complexe psychische problemen. Alle behandelingen vinden plaats op basis van een verwijzing.
Alle vrijgevestigde praktijken – met en zonder contracten – moeten voldoen aan de wettelijke eisen zoals de Wet BIG, Wkkgz, Wgbo, het landelijk kwaliteitsstatuut (de strengste in de zorg) en de beroepscodes. En BIG-geregistreerde regiebehandelaren moeten in de vrijgevestigde praktijk grotendeels zelf de behandeling uitvoeren. Deze persoonlijke zorg is volgens de vereniging niet duurder; vrijgevestigde ggz-praktijken werken volgens de LVVP juist erg doelmatig. Zij behandelden in 2019 21,8 procent van de mensen met een DSM-diagnose voor slechts 6,6 procent van de uitgaven voor ggz.
Daarnaast zijn volgens de vereniging zorgverzekeraars de belangrijkste oorzaak van ongecontracteerd werken in de ggz.
Nadelige gevolgen
De LVVP stelt dat de motie niet alleen vrijgevestigde ggz-praktijken raakt. Ook praktijkopleidingen in de ouderenzorg, gehandicaptenzorg en grotere ggz-instellingen zonder crisisdienst hebben straks een veel kleinere kans op het toewijzen van opleidingsplaatsen.
“De 25 ggz-aanbieders met crisisdiensten krijgen op basis van de toewijzing voor 2024 volgend jaar 446 in plaats van 264 opleidingsplaatsen voor gz-psychologen toegewezen. Deze 182 plaatsen verdwijnen bij instellingen voor ouderenzorg, gehandicaptenzorg en bij middelgrote en kleine ggz-aanbieders. Dit terwijl het ministerie van VWS op uitdrukkelijk verzoek van alle betrokkenen vorig jaar heeft aangegeven dat bij de toewijzing rekening moest worden gehouden met de verhouding zorgvraag/zorgaanbod tussen de verschillende sectoren”, schrijft de LVVP.
Motie niet uitvoeren
De LVVP verzoekt minister Helder om de motie dan ook niet uit te voeren. Volgens de vereniging heeft de motie geen impact op de invulling van crisisdiensten. “Gz-psychologen mogen simpelweg niet worden ingezet op de crisisdienst. Laat staan dat gz-psychologen in opleiding daar een rol in mogen vervullen.”
Ook heeft volgens de LVVP de motie geen invloed op de verdeling van opleidingsplaatsen voor psychiaters of andere professionals die wel crisisdiensten draaien.