Het is lastig maar wel mogelijk om voormalige verzorgingshuizen rendabel te exploiteren naar goede en betaalbare woonruimte voor ouderen met lage inkomens. Daarvoor moet de overheid ruimte in de regels creëren en kansen voor zorgorganisaties niet onnodig belemmeren.
Dit concluderen ActiZ, Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg en Platform31 in een brief aan de bewindslieden Blok (Wonen) en Van Rijn (VWS).
Het afgelopen jaar begeleidden de organisaties een experiment, waarbij twaalf koplopers in de praktijk testten of het lukt een ‘betaalbaar woondienstenproduct’ voor ouderen met lage inkomens te ontwikkelen in voormalige verzorgingshuizen. Volgens hen is het een groot deel van de koplopers gelukt. Al zijn er wel een paar voorwaarden: een goede combinatie met intramurale capaciteit, het doorexploiteren van een vrijwel afgeschreven gebouw of een minimale vraag van zestig klanten.
ActiZ, Aedes-ActiZ Kenniscentrum Wonen-Zorg en Platform31 adviseren Blok en Van Rijn om ondernemerschap te stimuleren en bezwarende regelgeving op te heffen, onder meer door middel van ontheffing van bijvoorbeeld de verhuurdersheffing en riool- en afvalstoffenheffing. Ook stellen zij: “Het investeringsrisico is lastig te nemen zonder de zekerheid van toekomstige afname zorgcapaciteit. Ministeries kunnen daarvoor in gesprek met zorginkopers en lokale partijen.”
Tekort van 30 duizend woningen
De betrokken organisaties verwachten dat er een tekort van 30 duizend woningen in het verzorgd wonen-segment aankomt. Volgens hen is het nodig om dit jaar nog “de randvoorwaarden voor rendabel exploiteren van zorgvastgoed in orde te maken”, gezien de demografische, maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. “Anders kan niet worden voorzien in de behoefte aan beschut wonen van een grote groep kwetsbare mensen.”
—
Hoe overleven zorgaanbieders de transitie in de langdurige zorg? Hoe lukt het om zich snel en adequaat aan te passen aan gewijzigde omstandigheden? Wat kunt u leren van uiteenlopende keuzes. Op 12 juni organiseert Skipr het congres “Transitie is nog lang geen transformatie”.