Zo’n 13.000 jongeren gaan na de zomer aan de slag in het kader van de maatschappelijke diensttijd. Jongeren doen tijdens deze periode vrijwilligerswerk in bijvoorbeeld de zorg, sport of cultuur.
Dit meldt het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
De bedoeling van maatschappelijke diensttijd is dat jongeren uit alle sociale lagen, ongeacht hun opleiding, culturele achtergrond of beperking, zich inzetten voor andere mensen en voor goede doelen, aldus staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS). Bij de maatschappelijke diensttijd staat leren centraal. Jongeren leren bij de gekozen projecten nieuwe vaardigheden, maar zeker ook wat ze leuk vinden om te doen. Jongeren die bijvoorbeeld nog niet goed weten wat ze later willen worden, kunnen zo inspiratie opdoen voor hun beroepskeuze.
Plannen
In de afgelopen maanden konden organisaties hun plannen indienen. Daaruit zijn 38 projecten gekozen die vanaf medio september van start gaan. ZonMw, de Nederlandse organisatie voor zorgonderzoek en innovatie, heeft de subsidieaanvragen voor de maatschappelijke diensttijd beoordeeld. De organisatie heeft de beoordeling deels overgelaten aan een panel van jongeren en experts. “Ik heb er vertrouwen in dat de gekozen projecten de samenleving, en zeker ook de levens van jongeren die meedoen, op een positieve manier gaan beïnvloeden”, aldus Blokhuis.
Begin 2019 wordt het aantal projecten binnen de maatschappelijke diensttijd verder uitgebreid. Voor deze eerste projecten is vanuit de Rijksoverheid 25 miljoen euro beschikbaar gesteld. Deze bijdrage loopt vanaf 2021 structureel op naar 100 miljoen euro.