‘Zolang we de patiënt niet kunnen uitleggen dat een negatieve testuitslag in het gewone taalgebruik een positief resultaat betekent, hebben we nog veel te verbeteren.’ Medische laboratoria worstelen om aandacht te krijgen voor hun bijdrage aan de gezondheidszorg, bleek dinsdag tijdens het congres The Future Starts Today in Putten. Daarmee maken ze zich ongewild een gemakkelijke prooi voor bezuinigingen.
Het medische laboratorium is een klein en vaak weinig in het oog springende functie in het ziekenhuis of de eerstelijnszorg. Dat geldt niet voor de waarde die de laboratoriumdiagnostiek heeft in de behandeling. “Diagnostiek kost 1 procent van de totale uitgaven aan zorg, maar draagt in 60 tot 70 procent van de gevallen bij aan de besluitvoering van de arts”, zegt Maarten IJzerman, professor klinische epidemiologie aan de Universiteit Twente.
Overcapaciteit
Aanleiding voor het door Roche Diagnostics Nederland georganiseerde congres zijn de ontwikkelingen die op de laboratoria afkomen. Interne ontwikkelingen zijn de medische en technologische innovatie en het verdwijnen van de schotten tussen de verschillende typen in vitro-laboratoria. Extern speelt de druk om iets te doen aan de bestaande overcapaciteit en in te spelen op de marktwerking die naar verwachting vanaf 2013 zijn intrede doet.
Strijdvaardig
“De laboratoria van het AMC en de VU overleggen alvast over samenwerking. Daarbij wordt niet zozeer aan het uitbesteden van taken gedacht, maar eerder aan het inbesteden van bijvoorbeeld huisartsenmonsters”, vertelt Guus Sturk strijdvaardig. Hij is hoofd van de afdeling klinische chemie van het AMC. “Dankzij de samenwerking kunnen we de bacteriekweekstraat 24 uur per dag laten draaien in plaats van de huidige 8 uur.”
Een patholoog van een ander ziekenhuis werkt ook al samen met het AMC. “Dat komt vooral doordat Guus en ik zo goed samen door een deur kunnen”, vertelt hij. “Want intern ziet men er niets in”. “En dat is nou precies wat er mis gaat”, merkt directeur public sector Michel van Schaik van de Rabobank op. “In het Catshuis weten ze nu meteen waar ze op kunnen bezuinigen. Vorm coalities, dan kunnen we van de Nederlandse zorg een exportproduct maken van eenzelfde niveau als ons watermanagement.”
Goede kaarten
Ook Roche-directeur Michael Heuer verwacht dat samenwerking de toekomst heeft. In de internationale concurrentiestrijd heeft Nederland goede kaarten, benadrukt hij. “Ik bewonder de efficiency van de Nederlandse laboratoria en hun nadruk op de kwaliteit. Nederland behoort tot de innovatiefste landen ter wereld. Het eerste geautomatiseerde laboratorium stond hier in Leiden. En Wageningen was de eerste met een laboratorium voor genome sequencing.”
Pijplijn
Kansen voor innovatie liggen volgens Heuer met name op het terrein van personalised healthcare. Door diagnostiek te koppelen aan de farmaceutische processen rond een individuele patiënt, kunnen behandelingen veel effectiever en op maat aangeboden worden. Aan Roche zal het niet liggen. ‘We hebben honderden producten in de pijplijn om de laboratoria te voorzien van heel efficiënte diagnostische technologie. Zijn de laboratoria er klaar voor?’