Het aantal gevallen van anuskanker is de afgelopen twee decennia flink toegenomen. De ziekte neemt vooral toe onder homoseksuele mannen met hiv. Dat blijkt uit onderzoek van het AMC in Amsterdam. De resultaten hiervan kwamen vrijdag naar buiten.
De ziekte is een gevolg van een besmetting met het seksueel overdraagbare humaan papillomavirus (HPV) dat bij vrouwen baarmoederhalskanker veroorzaakt. Uit het onderzoek blijkt dat een meerderheid van de mannen die seks hebben met mannen (MSM) die besmet zijn met hiv, een voorstadium van anuskanker heeft. Bij 30 tot 50 procent van deze groep mannen gaat het om een matig tot ernstig voorstadium. Een voorstadium kan leiden tot anuskanker; behandeling ervan wordt wel aanbevolen.
Immuunsysteem
Volgens onderzoeker Olivier Richel is het aantal gevallen van anuskanker toegenomen sinds hiv een chronische ziekte is geworden. Een HPV-infectie wordt meestal door het immuunsysteem van het lichaam bestreden. Bij hiv-patiënten is de afweer verzwakt, waardoor ze een groter risico lopen anuskanker of een voorstadium ervan te ontwikkelen, aldus Richel. Zo komt de ziekte ook vaker voor bij mensen die afweeronderdrukkende medicijnen gebruiken omdat ze bijvoorbeeld een donornier hebben ontvangen.
Screeningsprogramma
De onderzoeker pleit voor het opzetten van een screeningsprogramma voor deze groep mannen, net zoals dit gebeurt bij vrouwen. In Nederland krijgen vrouwen vanaf 30 jaar om de 5 jaar een uitnodiging voor een uitstrijkje met als doel baarmoederhalskanker of een voorstadium ervan op te sporen. In 2009 is het RIVM begonnen met het inenten van meisjes vanaf 12 jaar tegen HPV. Het AMC onderzoekt of een vaccin ook effectief zou kunnen zijn bij MSM met hiv.
Volgens de Stichting HIV Monitoring telt Nederland momenteel zo’n 10.000 homoseksuele mannen met hiv. Door goede medicatie is de levensverwachting van hiv-patiënten nu bijna gelijk aan die van mensen zonder de ziekte. Richel promoveert op 28 maart op zijn onderzoek. (ANP)