Hausband mit Taschenrechner
De Wet langdurige zorg is nog niet in beton gegoten. Dat blijkt uit een wijzigingsvoorstel dat staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Verzekerden die zorg thuis gebruiken krijgen meer flexibiliteit. Ook worden de overgangsregelingen uitgebreid.
Meest in het oog springend in het wijzigingsvoorstel van Van Rijn is de introductie van een nieuw zorgtype: het modulair pakket thuis. Dit pakket is voor mensen die thuis blijven wonen ondanks dat verblijf in een instelling geindiceerd is. Tot nu toe konden zij kiezen voor een pgb of voor het volledig pakket thuis (vpt). In geval van een pgb moeten zij zelf de zorg inkopen. Dat brengt de nodige administratieve lasten met zich mee. Cliënten die die verplichtingen niet na willen of kunnen komen, waren aangewezen op het volledig pakket thuis. Daarbij heeft de cliënt recht op grotendeels dezelfde zorg als wanneer hij in een instelling zou wonen.
Niet meer in uren
Van Rijn voegt daar nu het modulair pakket thuis (mpt) aan toe. Dit omdat sommige verzekerden minder zorg willen afnemen dan waarin het vpt voorziet. Dit kan bijvoorbeeld doordat zij een mantelzorger hebben. Met het modulair pakket thuis kunnen verzekerden ervoor kiezen om slechts delen van het pakket aan zorg thuis geleverd te krijgen. Dit is overigens niet nieuw. Onder de AWBZ bestaat deze mogelijkheid ook al. In de AWBZ heet de leveringsvorm ‘functies en klassen’.
Al eerder had Van Rijn aangegeven dat het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) niet meer in uren zal indiceren. Met ingang van 2015 zal het CIZ een zorgprofiel opstellen, waarin dan omschreven is op welke zorg een verzekerde recht heeft. De indicatie luidt dan niet langer dat iemand recht heeft op vijf uren zorg per week, maar er staat bijvoorbeeld dat de zorgaanbieder ervoor zorgt dat steunkousen ’s ochtends aan en ’s avonds uitgetrokken worden. Dit zal straks ook voor het modulaire pakket thuis gelden.
Overgangsregelingen
Van Rijn komt met zijn wijzigingen ook tegemoet aan zorgaanbieders. Zo voorziet het voorstel in het verlengd vergoeden van zorginfrastructuur zoals wijksteunpunten en systemen voor telecommunicatie. Dit geldt voor infrastructuur die speciaal voor de extramurale AWBZ zijn aangelegd. Eerder zou de vergoeding daarvoor ophouden vanaf januari 2015. Van Rijn kondigt nu aan dat projecten tot 1 januari 2018 recht houden op vergoeding, althans voor zover ze op 1 juli 2013 recht hadden op vergoeding.
Met het wijzigingsvoorstel komt Van Rijn onder meer tegemoet aan een aantal moties die recent werden aangenomen. De Wet langdurige zorg (Wlz) moet op 1 januari 2015 ingevoerd worden. Het is nog steeds onzeker of die deadline gehaald wordt. Blijkens de brief is Van Rijn zich van die onzekerheid terdege bewust. De Wet langdurige zorg (Wlz) wordt de opvolger van de AWBZ. Om invoering op het geplande moment mogelijk te maken, moet de landelijke politiek uiterlijk in november de wetswijzigingen goedkeuren. (Daan Marselis)