Er moet meer onderzoek komen naar de meerwaarde van allerlei hulpapplicaties voor de mobiele telefoon. Dat bepleit professor Guus Schrijvers, hoogleraar public health aan het UMC Utrecht.
“Nu is die meerwaarde vaak niet bewezen, maar roepen de makers wel dat het alle problemen oplost´´, zegt Schrijvers. Inmiddels zijn er een tiental apps die op allerlei manieren mensen in nood hulp bieden. Zo heeft het Rode Kruis een app die gebruikers onder meer laat zien wat je moet doen als iemand flauwvalt of dreigt te stikken.
Publiek geld
Schrijvers doet veel onderzoek naar de werking van vernieuwingen in de zorg. Hij vindt dat wanneer er publiek geld is gemoeid bij het maken van apps, ook de werking moet worden bewezen. “Anders heb je alleen nieuwe technologie. Vaak wordt verwezen naar mooie resultaten in het buitenland, maar wat in bijvoorbeeld een dunbevolkt gebied goed werkt, hoeft hier nog niet succesvol te zijn´´, aldus Schrijvers.
Niet onderzocht
Bij het Oranje Kruis,de organisatie op het gebied van eerste hulp (EHBO), worden ook niet alle apps aanbevolen. “Niet omdat ze niet goed zouden werken, maar omdat we dat niet hebben onderzocht’’, aldus een woordvoerster. Het Oranje Kruis beveelt vooralsnog alleen de vorige week gelanceerde HELP! app aan. “Dat is een mooi systeem omdat mogelijk hulpverleners in de buurt direct worden gewaarschuwd, buiten de alarmcentrales om.’’
Kids-app
De ‘EHBO Kids-app’ van het Oranje Kruis is 18.000 keer gedownload. Deze is bedoeld om vooral ouders te helpen als er iets ernstigs met hun kind gebeurt. De tips in het bekende EHBO-boekje blijven bestaan. Sterker nog, die vinden nog steeds gretig aftrek, zegt de woordvoerster die op zich wel blij is met de komst van alle hulpapps.
Toelating
“Ik ben iemand uit de ivoren toren: eerst zien en dan geloven’’, zegt Schrijvers. ,,We zijn in Nederland ook erg streng met het toelaten van geneesmiddelen, dan moeten we dat ook zijn met allerhande hulpapplicaties. Daarom pleit ik ook voor meer onderzoek daarnaar.’’ (ANP)