Medisch specialisten fuseren in hoog tempo tot ziekenhuisoverschrijdende maatschappen. Ruim zeven van de tien ziekenhuizen hebben inmiddels te maken met instellingsoverstijgende maatschappen. Dit blijkt uit een nog niet gepubliceerde telling van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
Voor de inventarisatie, waarvan de belangrijkste uitkomsten in handen van Skipr zijn, onderzocht NZa 81 algemene ziekenhuizen. Twee en zeventig procent (58 ziekenhuizen) heeft te maken met ziekenhuisoverschrijdende fusiemaatschappen. Het aantal regiomaatschappen per ziekenhuis kan blijkens de NZa-telling oplopen tot twaalf. Dit betekent dat er momenteel voorzichtig geschat al zeker 150 tot 200 megamaatschappen actief zijn.
Fusiedrift
De fusiedrift is het grootst onder urologen. Binnen de ziekenhuizen die te maken hebben met regionalisering heeft 43 procent van de urologen zich ziekenhuisoverschrijdend georganiseerd. Andere specialismen die veel regionaal fuseren zijn heelkunde (41 procent), plastische chirurgie (36 procent), reumatologie (36 procent) en medische microbiologie (31 procent).
Volume-eisen
“De getallen wijzen er op dat regionalisering momenteel meer regel dan uitzondering is”, reageert bestuursvoorzitter Theo Langejan van de NZa op de bevindingen. De redenen om te fuseren zijn divers, zo blijkt uit een uitgebreide inventarisatie die is verschenen in het meinummer van Skipr-magazine. Veel specialisten voeren aan dat ze door te fuseren tegemoet komen aan de nieuwe kwaliteits- en volume-eisen die politiek, zorgverzekeraars en wetenschappelijke verenigingen stellen.
Geen speelbal
Daarnaast willen de medisch specialisten niet langer een speelbal zijn van andere partijen in de discussie over kwaliteit van zorg. Door samen te gaan in grotere maatschappen denken ze beter gehoord te worden. Ook anticiperen de specialisten met regionalisering op veranderingen in de financiering die in 2015 van kracht worden. Vanaf dan wordt het honorarium vrij onderhandelbaar. Ook gelden er vanaf 2015 nieuwe regels voor het fiscaal ondernemerschap. Willen specialisten hier voor in aanmerking komen, dan moeten ze voor meerdere opdrachtgevers werken.
Machtspolitiek
Met name fusies die niet primair door kwaliteitsmotieven zijn ingegeven, zullen door de NZa en de Autoriteit Consument en Markt (ACM- voorheen de Nederlandse Mededingingsargumenten (NMa)) kritisch worden bekeken, zegt Langejan: “Het streven naar kwaliteitsverbetering is op zich een goede zaak, maar op het moment dat er ook financiële of machtspolitieke motieven meespelen, wordt het een ander verhaal.”
Integrale kwaliteit
De NZa is er beducht voor dat regiomaatschappen een dermate monopolie in handen krijgen dat ze de prijzen kunnen bepalen en het onderhandelingsspel tussen ziekenhuizen en zorgverzekeraar verstoren. “Dat raakt aan de kern van het huidige stelsel”, stelt Langejan. “Binnen dat stelsel moeten zorgverzekeraars hun rol als inkoper van zorg en ziekenhuizen hun rol als verkoper van zorg wel kunnen waarmaken.” Ook voorziet Langejan problemen met de bestuurbaarheid van de ziekenhuizen. “Als maatschappen allemaal regionaal georganiseerd zijn, wie is er dan nog verantwoordelijk voor de kwaliteit van het ziekenhuis als geheel?”
Balansverstoring
De vorming van regiomaatschappen wordt door de zorgverzekeraars met argusogen gevolgd. “Het ontstaan van regiomaatschappen is een versterking van de macht van maatschappen, en dit brengt de precaire balans tussen ziekenhuisbestuur en de maatschappen in gevaar”, zegt woordvoerster Karen van Rijsewijk van VGZ in het meinummer van Skipr-magazine. “Het zal de contractonderhandelingen nog veel ingewikkelder maken dan ze nu al zijn. Het wordt ondoenlijk om afspraken te maken over regionale concentratie en spreiding van functies en voorzieningen, als de medisch specialisten van de ziekenhuizen tegelijkertijd maatschappen vormen met hun collega’s in ziekenhuizen buiten die regio.”
Ontmoedigen
Het kabinet is blijkens het regeerakkoord voornemens om de vorming van regio- of megamaatschappen te “ontmoedigen”. In het voorjaar geeft de NZa een cijfermatige duiding van de omvang van de vorming van regiomaatschappen. Ook adviseert de NZa minister Schippers van Volksgezondheid dan over de vraag of het huidig wettelijk instrumentarium krachtig genoeg is om regionalisering tegen te gaan. De NZa rapporteert daarnaast voor 1 juli aan de minister over de verdere invoering van integrale tarieven, een onderwerp dat nauw met regionalisering samenhangt.