Seksueel grensoverschrijdende situaties komen ook op de werkvloer van artsen en coassistenten vaak voor: bijna 30 procent heeft wel eens zo’n situatie meegemaakt op de werkvloer. Dat blijkt uit een enquête onder meer dan drieduizend artsen en vierhonderd geneeskundestudenten en coassistenten, uitgevoerd door Medisch Contact en Arts in Spe.
Meestal waren het vrouwelijke artsen die de seksueel overschrijdende situatie overkwam. Degenen die zich seksueel intimiderend gedragen zijn meestal mannen, zowel bij de artsen als bij de coassistenten en geneeskundestudenten die reageerden op de enquête van Medisch Contact. Mannen staan meestal staan hoger in de hiërarchie dan de persoon die het overkomt.
Bij bijna driekwart van de respondenten die een seksueel grensoverschrijdende situatie meemaakten, ging het om grapjes en opmerkingen die over hen werden gemaakt. Daar bleef het niet bij; 60 procent van de respondenten die grensoverschrijdende situaties meemaakten, meldde ongewilde aanrakingen.
Andere seksueel grensoverschrijdende situaties, zoals grensoverschrijdende relaties of seks tegen de wil, werden minder vaak genoemd. Wél lijken afbeeldingen en teksten die worden verspreid via social media en mail in opmars te zijn.
Coschappen
Bij bijna de helft van de reagerende artsen die een seksueel grensoverschrijdende situatie meemaakten, gebeurde dit tijdens de coschappen. Ook de geneeskundestudenten en vooral de coassistenten van nú melden in de enquête dat zij seksueel grensoverschrijdende situaties meemaken in de opleiding en op de werkvloer. Eenvijfde van de huidige studenten heeft hiermee te maken gehad; coassistenten twee keer zo vaak als geneeskundestudenten. In eerdere onderzoeken door De Geneeskundestudent had een vergelijkbaar percentage respondenten te maken gehad met seksuele intimidatie.
Over seksueel grensoverschrijdend gedrag wordt vaak gezwegen op de werkvloer van artsen en coassistenten. Minder dan 10 procent van de respondenten die iets meemaakten, heeft maatregelen genomen en het bijvoorbeeld gemeld bij een leidinggevende. Ook de persoon die zich schuldig maakte aan grensoverschrijdend gedrag, deed niets of zei er niets over achteraf, volgens de respondenten. Als de situatie toch ter sprake werd gebracht, werd deze meestal gebagatelliseerd.