Stigma op ggz speelt hierbij een rol. Naast discriminatie en onvoldoende effectief beleid om hun positie te verbeteren. Dat leidt tot uitsluiting van de arbeidsmarkt, van onderwijs, sociale relaties en een goede woonomgeving. MIND roept de regering op werk te maken van de aanbevelingen van het VN-comité en de ggz om ‘eenzame opsluiting’ separatie per direct te stoppen.
Uitsluiting
De wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg zijn nog langer geworden, waarvan de helft van de wachtenden langer dan de maximale toegestane wachttijd. Het aantal betaalbare woningen voor mensen met psychische problemen is afgenomen. Ook is het aantal gedwongen eenzame opsluitingen (separaties) nog steeds niet afgenomen, ondanks de Veldnorm insluiting van 2013 en het Dolhuysmanifest van 2015.
Verschillen tussen gemeenten
Uit voorbeelden van het comité blijkt dat het beleid nog onvoldoende in samenspraak wordt gemaakt met de mensen die het uiteindelijk aangaan. Daarbij worden expliciet Nederlandse jongeren met beperkingen genoemd.
Ook wordt gemeld dat Nederlandse instituties niet voldoende mogelijkheden geven om misstanden aan de kaak te stellen of een klacht in te dienen. Daarbij is door decentralisatie rechtsongelijkheid ontstaan. Het maakt uit in welke gemeente je woont of en hoe je passende zorg kan krijgen. Zo bestaan er te grote verschillen tussen gemeenten die inclusie in de weg staan.