Een van de voorgestelde wijzigingen is dat voor de kwaliteitsregistratie het vragen om toestemming van cliënten niet langer nodig is. MIND is tegen de voorgestelde aanpassingen en pleit voor meer oog voor de mogelijke consequenties voor burgers. Op woensdag 15 mei vindt in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek plaats over de wijzigingen van de Wkkgz waarbij MIND haar visie toelicht.
Privacy
De voorgestelde wetswijziging zorgt ervoor dat voor de kwaliteitsregistratie het vragen om toestemming van cliënten niet langer nodig is. Het wegnemen van zeggenschap over data bij cliënten is een verregaande maatregel, die bovendien samengaat met een afbreuk van het medisch beroepsgeheim: zorgaanbieders worden verplicht tot het leveren van deze data.
“Als koepel van patiëntenorganisaties in de ggz ontvangen wij nu al verontrustende geluiden van mensen die zich grote zorgen maken over de manier waarop er met hun gezondheidsgegevens wordt omgegaan.” MIND is van mening dat informatie belangrijk kan zijn voor de kwaliteit van zorg, maar dat deze wetswijzigingen voor onbedoelde neveneffecten zorgt.
Administratielast
De verwachting is dat de kwaliteitsregistratie in de toekomst zal toenemen, en dat dit zorgprofessionals teveel tijd aan administratie zal kosten. De overheid wil met de aanpassing van de wet, de administratielast verlichten. Een tweede argument van de overheid is de vrees dat datasets niet representatief zullen zijn wanneer mensen bezwaar maken op het delen van hun gegevens. Deze argumenten wegen echter niet op tegen het belang dat MIND hecht aan de zeggenschap van cliënten over hun medische en persoonlijke gegevens.
Twijfel over vertrouwelijkheid
In de voorgestelde wetswijziging wordt gesproken over gegevens rond “aandoening, ziekte, zorgtype of complicatie, of combinaties daarvan”. MIND roept de wetgever op om terughoudend te zijn met het maken van uitzonderingen op het beroepsgeheim en het principe van ‘informed consent’ toe te blijven passen. “Wanneer ook maar enige twijfel bestaat over die vertrouwelijkheid, bestaat het risico dat mensen niet volledig open durven zijn in het delen van hun verhaal. Dit kan ernstige gevolgen hebben voor de behandelrelatie en de effectiviteit van de behandeling,” schrijft MIND.
Misbruik gegevens
Daarnaast kan delen van de gegevens, ook jaren na de behandeling, grote gevolgen hebben, vindt MIND. “Zolang het risico op stigmatisering bestaat, is bescherming van iemands gegevens noodzakelijk. Dat data er zijn, wil niet zeggen dat we ze moeten en mogen gebruiken.”
MIND roept daarom op om oog te hebben voor de burger als het gaat om data en het recht op zeggenschap alsook het beroepsgeheim te beschermen.