De richtlijn is opgesteld door beroepsverenigingen binnen de jeugdzorg. Kinderen tot vijf jaar oud moeten binnen een half jaar weten of ze teruggaan naar hun ouders vanuit bijvoorbeeld een pleeggezin of een gezinshuis. Voor kinderen vanaf vijf jaar oud is de termijn een jaar. Wat een “aanvaardbare termijn” is, hangt echter af van allerlei factoren, zegt Stals. “Daar kun je geen algemene regels voor geven.”
Richtlijn
De afweging moet zorgvuldig worden gemaakt, benadrukt Stals. “Die maken professionals met het gezin. Daarbij moeten ze ook overleg met en tegenspraak van andere professionals organiseren.” Volgens haar kan een nieuwe richtlijn dat beter uitleggen. Ook moet het gaan over welke factoren zorgverleners mee moeten wegen, zoals de hechting van het kind, de hulp die al ingezet is in het gezin en wat de resultaten daarvan waren.
hechting
“Lang was het idee dat een kind in een pleeggezin zich na verloop van tijd hecht aan de pleegouders in plaats van aan de eigen ouders”, vertelt Stals. “Door de toegenomen kennis over bijvoorbeeld gedeeld ouderschap weten we nu veel beter dat een kind zich kan hechten aan meerdere volwassenen tegelijkertijd. De hechting met de eigen ouders houdt niet op als een kind in een pleeggezin gaat wonen. En omgekeerd hoeft de hechting aan pleegouders ook niet te stoppen als het kind teruggaat naar de eigen ouders.”
Aanpassing
Het is een ingewikkelde beslissing of een kind teruggeplaatst wordt in het ouderlijk huis. Dat moet volgens Stals dus maatwerk zijn. De richtlijn doet volgens haar nu geen recht aan de verschillen die kunnen spelen. “Daarom is een aanpassing nodig.”
Mogelijk kan een nieuwe richtlijn van het NJi gedupeerden van de toeslagenaffaire helpen, als hun kinderen uit huis zijn geplaatst. Sinds vorige week kunnen de ouders die nog gescheiden leven van hun kinderen ook terecht bij een ondersteuningsteam van de overheid. Dat team moet helpen om de zaak in kaart te brengen en vervolgstappen te bepalen.