AppleMark
Gemeenten, woningcorporaties en zorgaanbieders moeten op lokaal niveau samenwerken om huisvesting te realiseren voor ggz-cliënten. Dat schrijft minister Blok (VVD, Wonen) in een brief aan de Tweede Kamer. Op 17 november zal de minister in het bestuurlijk overleg ‘Langer zelfstandig wonen’ verder toelichten hoe hij het tekort aan geschikte woningen wil helpen tackelen. Onder meer de Federatie Opvang, GGZ Nederland en de RIBW Alliantie zullen daarbij aanwezig zijn.
Met de brief aan de Kamer reageert de minister op de zorgen van de Federatie Opvang, de RIBW Alliantie en GGZ Nederland over het gebrek aan betaalbare woningen. De branches stelden een viertal kwesties aan de orde, waaronder het gebrek aan uitstroom mogelijkheden voor cliënten, knellende regelgeving, onwenselijke huurharmonisatie bij het krijgen van een zelfstandig huurcontract, de administratieve lasten vanwege de inkomenstoets en de noodzaak tot inzet van langer durende begeleiding.
Het kabinet wil graag dat mensen die zorg nodig hebben zo lang mogelijk thuis blijven wonen, daartoe behoren ook ggz-cliënten. De Commissie Toekomst Beschermd Wonen, ook wel commissie-Dannenberg, onderschreef vorige week dat dit steeds beter vaker wenselijk is en ook mogelijk zou moeten zijn. Wel schetste de commissie daar een aantal voorwaarden voor. Gemeenten moeten, samen met andere partijen, meer betaalbare woningen realiseren.
Prestatieafspraken
De minister schrijft in zijn brief dat in de herziene Woningwet het maken van prestatieafspraken tussen gemeente, corporatie en huurderorganisaties van nog groter belang is geworden dan in het verleden. In de regelgeving zijn verschillende artikelen opgenomen waardoor gemeenten (en huurders) meer bevoegdheden krijgen, meer informatie over de financiële polsstok van corporaties en meer tijd om goede afspraken te maken.
Om dit lokale proces te ondersteunen heeft de minister prioriteiten benoemd en daarmee nadrukkelijk aangegeven waarop dat decentrale beleid zich prioritair zou moeten richten. Eén van deze prioriteiten is wonen en zorg, waar ook ggz-cliënten onder vallen.
Dat impliceert dat gemeenten in hun woonbeleid rekening zouden moeten houden met de vraagstukken op het terrein van wonen met zorg. Corporaties dienen in hun bod en in het maken van prestatieafspraken naar redelijkheid bij te dragen aan wat de gemeente in haar woonbeleid heeft vastgelegd, aldus de minister.
Het Rijk zal de voortgang van de prioriteiten monitoren en vastleggen in de jaarlijks op te stellen Staat van de Volkshuisvesting.
—
Zorginstellingen en zorgondernemers spelen actief in op de ontwikkelingen in de ’nieuwe’ woonzorgmarkt. Hierdoor ontstaan nieuwe woonvormen. Maar voor welke oplossingen wordt gekozen? Wat is de rol van ‘Big Data’ daarbij? Hoe zit het met de financiering? Het IVVD en Skipr organiseren op 24 november 2015 de Masterclass ‘Oplossingen in zorg en wonen’. Meer informatie en inschrijven >>>