Het einde van de integrale vergelijking verpleeghuiszorg, een NZa-benchmark die de doelmatigheid van verpleeghuizen beoogt te bevorderen, was al aangekondigd in het coalitieakkoord. Minister Helder bevestigt deze keuze in haar Kamerbrief. Het nieuwe kabinet zet in op andere manieren om de kosten in bedwang te houden. Helder noemt deze in haar brief, zonder de beoogde bezuinigingen te noemen.
‘Herinterpretatie’ Kwaliteitskader verpleeghuiszorg
De bedragen die aan de alternatieve bezuinigingen hangen, zijn terug te vinden in de bijlage van het coalitieakkoord. Bij het scheiden van wonen en zorg gaat het bijvoorbeeld om 200 miljoen euro in 2022. Een andere maatregel is het overhevelen van behandelingen van de Wet langdurige zorg (Wlz) naar de Zorgverzekeringswet (Zvw). Die moet vanaf 2025 170 miljoen euro opleveren. Opvallend is de post ‘herinterpretatie Kwaliteitskader verpleeghuiszorg’. Die maatregel moet in 2024 een besparing opleveren van 100 miljoen euro. Die bezuiniging loopt op naar 200 miljoen in 2025 en 350 miljoen in 2026.
Integrale vergelijking verpleeghuiszorg
Ondanks de afspraken in het coalitieakkoord lijkt de integrale vergelijking verpleeghuiszorg nog niet helemaal van het toneel te verdwijnen. De NZa geeft aan dat onderdelen goed bruikbaar zijn bij de uitvoering van die thema’s die in het coalitieakkoord zijn genoemd. Ook voor toekomstige kostenonderzoeken en ‘tariefherijkingen’ wil de NZa onderdelen van de methode gebruiken. Minister Helder wil met de NZa en veldpartijen overleggen hoe ze alle maatregelen vorm wil geven.