Aanbieders van acute zorg moeten in de toekomst ruim op tijd melden wanneer zij een sluiting zien aankomen. Zij moeten dan een continuïteitsplan maken waarmee een dreigend gat in het aanbod tijdig wordt gedicht. Dat staat in voorstellen die minister Bruno Bruins (Medische Zorg) woensdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Hoe gevoelig de bereikbaarheid en beschikbaarheid van acute zorg ligt in de samenleving werd pijnlijk duidelijk na de faillissementen van MC Slotervaart en MC IJsselmeerziekenhuizen. Bij de IJsselmeerziekenhuizen bleek bij een doorstart het overeind houden van de acute zorg van deze ziekenhuizen niet mogelijk, wat tot veel ophef leidde.
Volgens het voorstel van Bruins moeten afdelingen spoedeisende hulp, acute verloskunde of huisartsenposten een voorziene (tijdelijke) sluiting niet alleen melden bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Ook gemeenten en burgers moeten zij op tijd informeren.
Regionaal overleg
Het waarborgen van 24/7 dekkende acute zorg in regio’s wordt gestroomlijnd in het regionaal overleg acute zorgketen (ROAZ), onder regie van de 11 traumacentra. De traumacentra moeten niet alleen aanbieders van acute zorg in de regio betrekken, maar ook zorgaanbieders die voorafgaand aan de acute zorg in beeld zijn, en aanbieders van vervolgzorg, zodat patiënten niet onnodig lang in de acute zorg blijven.
Ook moeten zij zorgverzekeraars voor het overleg uitnodigen, zodat die knelpunten kunnen helpen oplossen. Knelpunten in de beschikbaarheid van acute zorg die niet in het ROAZ en met verzekeraars worden opgelost, moeten worden gemeld bij de IGJ en de NZa.
Bruins geeft met de verbeterplannen voor de acute zorg gevolg aan aanbevelingen uit een onderzoek dat zijn voorganger Edith Schippers eerder had laten uitvoeren.
Het voorstel moet tegelijk met de Wet Toetreding Zorgaanbieders van kracht worden. Daarmee worden verplichtingen voor zorgaanbieders die samenhangen met acute zorg dan vastgelegd. Belanghebbenden kunnen de komende zes weken reageren op de voorstellen.
Het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) gaat de voorstellen uitgebreid bestuderen, stelt hoofd bureau LNAZ Arold Reusken. Het verbreden van het overleg naar in- en uitstroompartners vindt Reusken alvast een positieve ontwikkeling, die vanuit het netwerk zelf ook werd gewenst.