“De afspraken uit de hoofdlijnenakkoorden 2019-2022 staan nog steeds”, schrijft Van Ark in een brief aan de Tweede Kamer. “De essentie van de afspraken is door de Covid 19-crisis niet gewijzigd. Sterker nog, die noodzakelijk en wenselijkheid van de meeste inhoudelijke afspraken is onverminderd hoog en zelfs nog belangrijker geworden. Hetzelfde geldt voor de noodzaak om de uitgaven te beheersen.”
Voorbarig
David Jongen, bestuursvoorzitter van Zuyderland en vicevoorzitter van de NVZ, vindt de reactie van Van Ark -voor zover deze de financiële uitgangspunten van het akkoord betreft- voorbarig. Volgens Jongen zijn VWS, zorgverzekeraars en ziekenhuizen op dit moment driftig aan het cijferen om te kunnen bepalen of de financiële kaders nog passen. Voor een definitief oordeel hierover is het nog te vroeg.
Ruimte gunnen
“We zijn nu met VWS en de zorgverzekeraars van alles aan het uitzoeken om een zo goed mogelijke inschatting te kunnen maken voor het budgettaire kader van volgend jaar”, stelt Jongen. “Ik zeg niet dat het níet binnen het hoofdlijnenakkoord past, maar ook niet dat het er wél binnen past. Ik vind het lastig dat de minister dat nu zo stellig zegt. We moeten elkaar de ruimte gunnen om zo objectief mogelijk te kijken; is er meer geld nodig, dan is er meer geld nodig en moet het budgettaire kader worden aangepast.”
Onzekerheid
Gelet op de signalen uit het veld en de voortdurende onzekerheid over de ontwikkeling van de corona-epidemie acht Jongen “de kans dat er wel iets bij moet groter dan de kans dat er niets bij moet”. Jongen wijst in dit verband op de extra kosten voor opschaling van de ic-capaciteit, de roep om verbeterde arbeidsvoorwaarden voor verpleegkundigen en extra kosten van een eventuele tweede golf. Jongen: “Maar voor hetzelfde geld hoeft er niets bij en dan zijn we nu een principe-strijd aan het voeren om niets. Ik vind alleen dat de minister niet moet zeggen: het hoofdlijnenakkoord voldoet.”
Compensatieregeling
Zorgverzekeraars en ziekenhuizen bereikten begin juli een akkoord over de compensatie van het omzetverlies en de extra kosten die ziekenhuizen dit jaar maken door de coronacrisis. De coronaregeling bestaat uit drie onderdelen: het vaststellen van een aanneemsom voor 2020 per zorgverzekeraar per ziekenhuis, het vaststellen van de minder- en minderkosten per instelling en een hardheidsclausule voor het geval een ziekenhuis in de rode cijfers komt.
Hardheidsclausule
Hoewel Jongen zeer te spreken is over de samenwerking met de zorgverzekeraars, kent met name de hardheidsclausule de nodige onzekerheden. “We hebben afgesproken dat we de komende twee maanden in beeld brengen wat de compensatieafspraak nou betekent. Als blijkt dat teveel ziekenhuizen een beroep moeten doen op de hardheidsclausule, dan moeten we nog een keer naar de onderliggende parameters kijken.”
Prikkel
Op grond van de compensatieregeling krijgen de ziekenhuizen 97,5 procent van budget als ze 80 procent van hun reguliere productie behalen. Bij meer dan 80 procent volgt een opslag. “Dus er zit een prikkel in om achterstanden weg te werken”, zegt Jongen. “Als het je toch lukt om uit te komen op wat je aan het begin van het jaar had afgesproken, krijg je richting honderd procent vergoed.”
Niemand in het rood
Daarnaast zijn er ook afspraken over de vergoeding van coronakosten, zoals de aanschaf van beschermingsmiddelen en de inhuur van extra personeel. “Of iedereen nou precies op zijn begrote resultaat uitkomt betwijfel ik”, zegt Jongen met een blik de verschillende variabelen. “Gemiddeld zal het wat er onder liggen, maar de afspraak is dat niemand in het rood mag komen.”
Versnelling
Ondanks twijfel over de haalbaarheid van een nulgroei volgend jaar, staat de NVZ nog onverkort achter de uitgangspunten van het hoofdlijnenakkoord. “De hele inhoudelijke onderbouwing van het hoofdlijnenakkoord die gaat over de Juiste Zorg op de Juiste Plek, is harder nodig dan ooit. Dat ben ik met de minister eens”, zegt Jongen. “Door corona hebben we daar ook een versnelling in aangebracht.”