Minister Hugo de Jonge (VWS) is niet van plan om de verplichte registratie van wachttijden voor casemanagement dementie te schrappen, ondanks herhaalde oproepen daartoe van de brancheorganisaties ActiZ en BTN. Dit blijkt uit een brief van De Jonge aan de Tweede Kamer.
Vanaf 1 december 2018 moeten aanbieders van langdurige zorg verplicht de wachttijden aanleveren, in het kader van de Regeling transparantie zorgaanbieders casemanagement dementie die de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft gepubliceerd. Deze regeling draagt volgens de minister bij aan een eenduidige voorziening van informatie aan patiënten over de wachttijden voor casemanagement dementie, schrijft hij in antwoord op Kamervragen van parlementariër Vera Bergkamp (D66).
Op de vraag van Bergkamp of De Jonge kan bevestigen dat de regeling ingaat per 1 december, ondanks de bezwaren van ActiZ en BTN, antwoordt hij dat de regeling zorgvuldig vastgesteld is “na een uitgebreid traject met alle veldpartijen, waaronder ook ActiZ en BTN”. “De NZa heeft toegezegd de achterban van ActiZ en BTN uitleg te geven over hoe de wachttijden eenvoudig kunnen worden aangeleverd. Ik reken erop dat ActiZ en BTN hun leden vervolgens zullen aanbevelen aan de uitvoering van de regeling mee te werken.”
Onlangs nog riep ActiZ de minister op om de verplichte registratie van wachttijden niet in te voeren, om onnodige administratieve lasten tegen te gaan. De brancheorganisatie wees de minister erop dat de wachttijden en wachtlijsten voor casemanagement dementie zijn afgenomen en gemiddeld binnen de Treeknorm vallen.