Dit zei de minister donderdag in een debat met de Tweede Kamer over de toekomst voor de ouderenzorg. De Kamer besloot daarop de tweede helft van het debat uit te stellen.
Helder had in het budget voor de langdurige zorg voor de jaren 2024-2026 een aantal besparingen voorzien. Het budgettair kader Wlz gaat zou volgend jaar al 1,2 procent omlaag gaan, oplopend tot 3 procent in 2026. De besparingen zouden moeten komen uit meerjarige contracteerruimte en de ‘doorontwikkeling’ van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg. De kortingen waren al aangekondigd in het coalitieakkoord, maar leidden dit jaar toch weer tot onrust.
Voorgenomen besparingen
Omdat het gaat om voorgenomen besparingen, die nog niet in gang zijn gezet, wilde de Kamer donderdag van de minister weten of deze worden doorgezet. De Kamer stelt de vraag in het licht van de financiële problemen in een deel van de sector. Uit een analyse van de jaarverslagen blijkt dat een kwart van de ouderenzorg vorig jaar verlies maakte. Een groep van zorgaanbieders uit met name de noordelijke provincies trok in de afgelopen maanden meermaals aan de bel over uit de hand lopende kosten. De eerste faillissementen zouden dit najaar al gaan plaatsvinden.
De minister laat de Kamer weten dat ze al sinds voor de zomer in gesprek is met de noordelijke zorgaanbieders over de problemen. De oorzaken identificeert Helder als ziekteverzuim, dure inhuur van extern personeel en inflatie. Tegelijkertijd wijst de bewindsvrouw erop dat er grote verschillen in de financiële positie zijn, zowel tussen regio’s als tussen de individuele zorgaanbieders.
Nieuwe kabinetsbegroting
Hoewel op sommige plekken de nood aan de man is, wil Helder in het debat met de Kamer niet ingaan op vragen over de specifieke voorgenomen besparingen in de ouderenzorg. Ook als het gaat over de geplande verlaging van de normatieve huisvestingscomponent (nhc) wil de minister geen vragen beantwoorden. Ze wil hiermee wachten tot de presentatie van de nieuwe kabinetsbegroting op Prinsjesdag, op dinsdag 19 september.
Kamerlid Fleur Agema (PVV) stelde hierop voor om het debat te staken als er toch geen inhoudelijk antwoord van de minister zou komen. Dit voorstel kreeg in de Kamer onvoldoende steun. Met name de coalitiepartijen wilden door met een debat over de visie op de ouderenzorg. De minister beloofde wel vragen te beantwoorden die niet met de begroting te maken hebben. Een voorstel van Kamerlid Nico Drost (ChristenUnie) om dan alleen tweede termijn van het debat op een later moment doen, haalde wel voldoende steun. Voorwaarde is dat dit wel voor het verkiezingsreces plaatsvindt. De tweede termijn wordt nu ingepland voor 27 oktober.