Een MRSA en ESBL- vrijverklaring voor veehouders, hun familie en werknemers wanneer zij een ziekenhuis bezoeken is praktisch niet haalbaar. Dat schrijft minister Schippers van VWS in antwoord op vragen uit de Tweede kamer.
Een vrijverklaring van MRSA is slechts een momentopname, omdat het aantonen van MRSA waarschijnlijk onderhevig is aan schommelingen. Bij ESBL-producerende bacteriën is het niet bekend hoe lang mensen drager zijn. Hierdoor is het niet in te schatten wat een vrijverklaring zou betekenen.
MRSA-beleid ziekenhuizen
Dit betekent dat de richtlijnen omtrent het huidige MRSA-beleid gehandhaafd blijven. Dat heeft de Gezondheidsraad de minister in september 2011 geadviseerd in het advies ‘Antibiotica in de veeteelt en resistente bacteriën bij mensen’. De uitvoering van deze richtlijnen is de verantwoordelijkheid van de ziekenhuizen. Veehouders ergeren zich aan het wisselende beleid van ziekenhuizen rond MRSA.
Cijfers MRSA en ESBL
Uit cijfers van de afgelopen twee jaar blijkt dat 16 procent van de mensen die wonen en/of werken op een vleeskalverbedrijf MRSA-positief zijn in de neus. Voor veehouders was dat 33 procent, voor medewerkers 26 procent en voor familieleden die alleen wonen op het bedrijf 8 procent. Op varkensbedrijven was gemiddeld 14 procent van de mensen MRSA-positief en op vleeskuikenbedrijven gemiddeld 5.5 procent. Mensen die intensief contact hebben met levende dieren hebben over het algemeen een grotere kans om MRSA-positief te zijn dan mensen die alleen wonen op een bedrijf, maar geen contact met de dieren hebben. Voor ESBL-producerende bacteriën zijn minder gegevens bekend. Op vleeskuikenbedrijven was 28 procent van de mensen positief voor ESBL-producerende bacteriën; voor andere soorten bedrijven (varkens, vleeskalveren) zijn op dit moment nog geen gegevens bekend.