AppleMark
De Nederlandse dementiezorg steekt kwalitatief boven die in andere Europese landen uit. Volgens promovenda Hanneke Beerens is “de eenzijdig negatieve beeldvorming die je in Nederland vaak ziet over verpleeghuiszorg wetenschappelijk niet te onderbouwen”. Ook blijkt volgens Beerens dat de kwaliteit van leven in een verpleeghuis even hoog is als thuis.
Beerens, die op 29 april aan de Universiteit Maastricht promoveert, scoorde de kwaliteit van zorg in acht landen, waaronder naast Nederland Duitsland, Engeland, Zweden, Estland, Finland, Frankrijk en Spanje. Op grond van deze benchmark constateert Beerens dat Nederland “in objectieve zin ‘kampioen dementiezorg’ is”.
Waar thuiswonende mensen met dementie elders in de Europese Unie gemiddeld 10 procent van de tijd met vrijheidsbeperkende maatregelen te maken krijgen, is dat in Nederland slechts 3 procent. Het Europese gemiddelde aantal mensen met doorligwonden in verpleeghuizen bedraagt 7 procent tegen 4 procent in Nederland. Ook scoorden mensen met dementie in Zweden, Nederland en Engeland gemiddeld een hogere kwaliteit van leven dan in de overige landen.
Eenzijdig negatief
“Er zijn natuurlijk altijd incidenten of aandachtspunten in de zorg voor mensen met dementie die je serieus moet nemen”, stelt Beerens naar aanleiding van haar onderzoek. “Maar de eenzijdig negatieve beeldvorming die je in Nederland vaak ziet over verpleeghuiszorg, lijkt wetenschappelijk niet te onderbouwen.”
Beerens onderzocht ook mogelijke verschillen in kwaliteit van leven tussen het verpleeghuis en de thuissituatie. In totaal bekeek ze ruim tweeduizend mensen met dementie. Ruim de helft woonde thuis met een waarschijnlijk opname in het verschiet. De rest woonde drie maanden of korter in een verpleeghuis. Beide groepen scoorden op het punt van kwaliteit van leven nagenoeg gelijk.
Activiteiten
De belangrijkste factor bij deze kwaliteit van leven is volgens Beerens de stemming van de betrokken dementerenden. Hun gemoedstoestand telt zwaarder dan bijvoorbeeld fysiek welbevinden of cognitieve capaciteiten. De stemming van dementerenden wordt volgens Beerens positief beïnvloed door het betrokken zijn bij activiteiten, liefst in de buitenlucht en sociale interacties. Beerens pleit er daarom voor om zorgverleners beter toe te rusten, zodat ze kunnen ontdekken wat voor elke individuele cliënt een zinvolle dagbesteding is. Ook zou in de zorgopleidingen meer aandacht voor psychosociale zorg en ouderenzorg op zijn plaats zijn.
Beerens heeft zelf als verpleegkundige in de ouderenzorg gewerkt en voerde haar onderzoek uit binnen de Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg.