Apothekersorganisatie KNMP trok eind januari al aan de bel. Uit de jaarcijfers van het eigen meldpunt Farmanco bleek dat er meer meldingen van dreigende tekorten waren geweest. Dit beeld wordt bevestigd door de laatste cijfers van het Meldpunt Geneesmiddelentekorten van VWS. Dat signaleert wel dat de toename afvlakt, ondanks de coronapandemie.
Het Meldpunt ontving vorig jaar in totaal 3.723 meldingen van verwachte leveringsproblemen. De meldingen gingen over 2.079 verschillende geneesmiddelen. Dat is ongeveer 6 procent meer dan in 2019; in dat jaar werden voor 1.965 verschillende geneesmiddelen meldingen gedaan. Veel leveringsproblemen werden veroorzaakt door vertraging van de productie. Daarnaast speelden leveringsproblemen door een toegenomen vraag een belangrijke rol. Deze toename ontstaat op zijn beurt weer door een leveringsprobleem van een vergelijkbaar middel.
Een melding betekent niet dat er daadwerkelijk een leveringsprobleem of een tekort ontstaat, tekent het Meldpunt hierbij aan. “Voor 99 procent van de geneesmiddelen die tijdelijk niet beschikbaar waren, was een passende oplossing beschikbaar voor de patiënt. Dit neemt niet weg dat het extra werk oplevert voor apothekers en dat het wisselen in sommige gevallen vervelend kan zijn voor patiënten”, aldus het Meldpunt.
IJzeren voorraad
Demissionair minister Van Ark erkent dat geneesmiddelentekorten “al jarenlang een hardnekkig, wereldwijd probleem” zijn. Volgens de minister wordt er op verschillende manieren geprobeerd te tekorten tegen te gaan. “Nationaal werken we zoveel mogelijk aan het adresseren van de gevolgen van geneesmiddelentekorten, onder andere door de werkzaamheden van het in 2017 opgerichte Meldpunt en de samenwerking in de werkgroep geneesmiddelentekorten. Met de uitwerking van de ijzeren voorraad worden de voorraden in de keten verhoogd. Met meer voorraad kunnen problemen die ontstaan beter overbrugd worden.”
Het opbouwen van een ‘ijzeren voorraad’ aan medicijnen, ofwel een voorraad van tenminste vier maanden, kent nog wel problemen, geeft Van Ark in antwoord op de Kamervragen toe. “De uitwerking van de ijzeren voorraad kent verschillende vraagstukken die nadere uitwerking behoeven. Financiering is daar een van, maar niet de enige. Zo hebben zowel enkele veldpartijen als uw Kamer mij gevraagd om bij de uitwerking van de ijzeren voorraad rekening te houden met de Europese ontwikkelingen en maatwerk toe te passen (geen one-size-fits-all benadering voor alle geneesmiddelen). Ik breng daarom op dit moment in kaart op welke wijze andere Europese landen hun voorraadbeleid ingericht hebben. Maatwerk is nodig omdat sommige geneesmiddelen zich niet lenen voor een voorraad van vijf maanden, bijvoorbeeld door korte houdbaarheid.”
Onderzoek Europese Commissie
Nederland kijkt op meerdere manieren naar Europa voor hulp bij medicijntekorten. “Europese samenwerking is belangrijk om de complexe oorzaken van geneesmiddelentekorten te adresseren”, schrijt Van Ark. “Zo wordt door de Europese Commissie – mede op aandringen van Nederland – onderzoek gedaan naar de afhankelijkheden van Europa en de oorzaken van (toenemende) geneesmiddelentekorten. Deze resultaten worden september 2021 verwacht en bieden de basis voor maatregelen op Europees niveau.”
Calamiteiten
De minister laat tot slot weten dat er geen calamiteiten zijn gemeld doordat er een tekort aan een medicijn was. Ze benadrukt dat er bij de meeste meldingen van geneesmiddelentekorten tijdig een oplossing wordt gevonden voor patiënten. “Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen de meldingen die Farmanco en het Meldpunt ontvangen en een situatie waarin er sprake is van een tekort. In 99 procent van de gevallen is er gelukkig een oplossing voor de patiënt. In de meeste gevallen kan een patiënt overgezet worden op een geneesmiddel met dezelfde werkzame stof, bijvoorbeeld van een ander merk, of kunnen met toestemming van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd alternatieven uit het buitenland worden ingezet”, aldus de demissionair minister voor Medische Zorg.
Pboerebach
Zo lang verzekeraars met preferentie beleid werken, is het aanhouden van een ijzeren voorraad een groot financieel risico voor degene die die voorraad financiert: elke 3 maanden kan een kamergeleerde puur op kosten beslissen een label niet meer te vergoeden, een ijzeren voorraad is daarmee per direct waardeloos geworden, want mag niet worden afgeleverd. De tekorten in Nederland zijn grotendeels het gevolg van dit preferentiebeleid, “de pil” was bijvoorbeeld in Duitsland nooit niet leverbaar, maar Nederland stond achteraan in het rijtje, omdat de prijzen hier zo laag zijn dat dit voor de fabrikant in eerste instantie niet lucratief genoeg is. (Minister Bruijns dacht destijds dat apothekers in plaats van de microgynon 30, microgynon 50 af konden leveren, hij wist, en blijkbaar veel van zijn adviseurs ook, dat de getallen de verpakkingsgrootte aangaven)
Oplossing: weg met preferentiebeleid, maar over op laagste prijsgarantie en geen ambtenaren zelfbestuur meer.