Dat meldt het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) op basis van de resultaten van een onderzoek naar darmkankerscreening in 21 landen in Europa. Daarvoor werd ook gebruik gemaakt van de Nederlandse Kankerregistratie, waarin gegevens van patiënten met kanker uit ons land zijn opgenomen.
Vroege opsporing
Deze week verschijnt een weerslag van het onderzoek in de publicatie Lancet Oncology. Daarin wordt ook bevestigd dat vroege opsporing dankzij screening inderdaad meewerkt aan vermindering van de sterftecijfers, zegt IKNL.
Colonscopie
Iedereen in Nederland tussen de 55 en 75 jaar wordt eens in de twee jaar uitgenodigd een ontlastingsmonster in te sturen. Zitten daar bloedsporen in, dan volgt een uitnodiging voor een darmonderzoek. Darmkanker ontstaat uit poliepen en het kan tien tot vijftien jaar duren voordat een poliep zich ontwikkelt tot darmkanker. Poliepen en dus de kans op kanker door deze verschijnselen kunnen eenvoudig worden weggenomen tijdens een kort onderzoek in het ziekenhuis, een colonscopie.
Lastig vergelijken
De totale effecten op sterfte zijn door de langzame ontwikkeling van de poliepen pas goed in te schatten wanneer een bevolkingsonderzoek al flinke tijd loopt. In Nederland is het bevolkingsonderzoek in 2014 gefaseerd begonnen en wordt sinds 2019 de hele doelgroep opgeroepen. De sterftecijfers in ons land zijn daardoor lastig te vergelijken met die van andere landen die eerder zijn begonnen.
Daling sterfte
Valery Lemmens en Marloes Elferink van IKNL werkten mee aan het onderzoek van Lancet Oncology. “Het stemt wel hoopvol dat in landen waar al langer gescreend wordt er een duidelijke daling van de sterfte is te zien”, zegt Lemmens. In Oostenrijk bijvoorbeeld neemt het aantal sterfgevallen aan darmkanker bij mannen op jaarbasis gemiddeld met 3,2 procent af en bij vrouwen met 3,5 procent. In Tsjechië is dat respectievelijk 3,8 en 3,9 procent. (ANP)