De OVV publiceerde op 16 februari een rapport over de vraag hoe de Nederlandse overheid de coronapandemie heeft aangepakt. De conclusie luidt dat Nederland onvoldoende voorbereid was op een grootschalige uitbraak van het virus. In de verpleeghuizen heeft zich een ‘stille ramp’ voltrokken; ruim de helft van de coronasterfte in 2020 vond plaats in deze instellingen. Ook concludeert de OVV dat de overheid zich (te) lang heeft gericht op de bestrijding van het virus en er te weinig rekening is gehouden met de maatschappelijke gevolgen van het coronabeleid.
Weinig beschermingsmiddelen
“De coronapandemie heeft zorgbreed een enorme impact gehad. Daarom verbaast het de Nederlandse ggz dat de OVV zich concentreert op maar één van de vele betrokken sectoren, hoe belangrijk die sector ook is”, meldt de Nederlandse ggz op zijn website. “Want ook in de geestelijke gezondheidszorg waren er aanvankelijk veel te weinig beschermingsmiddelen beschikbaar voor het personeel, waardoor zij vaak onbeschermd de soms intensieve zorg hebben moeten leveren.”
Daarnaast was de ggz in eerste instantie niet meegenomen in de vaccinatiestrategie. “Desondanks heeft het personeel in de ggz alle zeilen bijgezet om ervoor te zorgen dat behandeling en begeleiding van patiënten zoveel mogelijk kon blijven doorgaan. Dat verdient erkenning en daarom zou de ggz moeten worden opgenomen in de evaluatie”, reageert de branchevereniging. Bovendien had en heeft de pandemie enorme gevolgen op de mentale weerbaarheid van de bevolking en vooral op die van jongeren.
Perspectief andere sectoren meenemen
De OVV geeft in het rapport aan dat de te leren lessen voor de verpleeghuizen mogelijk ook van belang zijn voor andere groepen kwetsbaren, zoals die in de thuiszorg, de ggz of de gehandicaptenzorg. “Onze oproep is om deze sectoren en hun specifieke perspectief expliciet mee te nemen in de evaluaties. Wij hebben dit signaal inmiddels aan de OVV meegegeven”, aldus de Nederlandse ggz.