Nederland heeft wat betreft zorgdigitalisering een voorsprong op veel andere Europese landen. Dat blijkt onder meer uit de hoge digitalisatiegraad van patiëntgegevens en het grote aantal ICT-professionals in de zorg.
Dit concludeert HIMSS Europa op basis van haar onderzoek onder zo’n 600 Europese werknemers in zorg en e-health. De resultaten van het onderzoek zijn vorige maand gepresenteerd tijdens de ‘Health in the Digital Society. Digital Society for Health’-conferentie in Estland.
Zo’n 75 procent van de patiëntendossiers in de onderzochte Europese landen zijn inmiddels gedigitaliseerd. De verschillen tussen landen zijn groot, zo valt te lezen in het onderzoek. Waar in Ierland minder dan de helft van de patiënten een digitaal dossier heeft, is in zowel Nederland als Oostenrijk nauwelijks nog een papieren dossier te vinden.
Ondanks de koploperspositie van Nederland klaagt ruim de helft van de Nederlandse ondervraagden over te lage budgetten voor zorg-ICT. Dat laat volgens HIMSS zien dat er met een beperkt budget al veel bereikt kan worden. Ook biedt het volgens de organisatie een verklaring voor het feit dat Nederlandse zorgorganisaties hun digitale volwassenheid relatief laag inschatten. Nederlandse professionals in zorg-ICT geven hun organisatie hier een 6.4 voor. Het gemiddelde Europese cijfer is een 6.
Prioriteit
De implementatie van het EPD is momenteel de belangrijkste e-health-prioriteit voor zorgverleners in Ierland, Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk en Italië, zo blijkt uit het onderzoek. In Nederland staat de toegang voor patiënten tot hun digitale gegevens bovenaan het lijstje. In Spanje en Scandinavië is de gegevensuitwisseling met externe partners het belangrijkste thema. De prioriteiten van zorgorganisaties veranderen, constateert Stephen Bryant, Managing Director bij HIMSS Europe. Vorig jaar was het veilig uitwisselen van digitale gegevens met de eigen organisatie en met externen het belangrijkste aandachtspunt.
De deelnemers aan het onderzoek zijn positief over de waarde en kracht van zorg-ICT, maar stellen ook dat er nog veel te doen is op het gebied van investeringen, het ontwikkelen van de digitale volwassenheid en het versterken van leiderschap. Bryant: “Lange tijd ging het vooral om het vrijmaken van voldoende middelen, maar misschien is het ontwikkelen en versterken van leiderschapsvaardigheden nog wel het belangrijkste gegeven in het onderzoek van dit jaar. Het blijkt dat e-health-professionals in toenemende mate naar een plek in de bestuurskamer streven om verandering op een heel nieuw niveau te bewerkstelligen.”
Patiënt
Zo’n 75 procent van de Nederlandse deelnemers aan het onderzoek zien ICT als instrument om patiëntgerichtheid en patiëntveiligheid te verbeteren. Daarmee scoort Nederland iets hoger dan het Europese gemiddelde. Het centraal stellen van de patiënt zal de komende jaren een steeds belangrijker onderwerp worden binnen e-health, zo verwachten de onderzoekers. Ook in landen waar in de zorginstellingen nog relatief weinig digitaal wordt gewerkt.
Aan het onderzoek namen werknemers uit Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Nederland, België, Denemarken, Noorwegen, Zweden, Finland, Frankrijk, Griekenland, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Italië, Spanje en nog enkele andere landen deel. Hiervan werkt 42 procent in een zorgorganisatie en 11 procent in een overheidsinstantie voor gezondheidszorg. De rest is elders werkzaam.