Voorafgaand aan het implementatieprogramma om informatievoorziening in de langdurige zorg te verbeteren, komt Nictiz met negen tips of aanbevelingen om de caresector verder op weg te helpen.
Binnenkort start VWS het programma InZicht, een soort VIPP (Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt Professional) voor de langdurige zorg. Het is bedoeld om ouderen en gehandicapten meer regie over de eigen gezondheid te geven. Voorafgaand aan dat programma heeft Nictiz minister Hugo de Jonge aangeboden om onderzoek te doen naar het informatielandschap, de mogelijkheden op het gebied van standaardisatie en de stand van zaken van informatie-uitwisseling in de caresector. De conclusies en aanbevelingen staan in het rapport Op weg naar betere informatie-uitwisseling in de langdurige zorg, dat deze week verscheen.
De helft van de aanbieders in de langdurige zorg maakt in enige vorm gebruik van een cliëntenportaal, concludeert Nictiz. Daarnaast kenmerkt de caresector zich door een grote diversiteit aan informatiestromen. Cliënten hebben juist een enorme behoefte aan informatie, met name op gebied van medicatie of diagnose, welzijnszaken en levensvragen.
Aanbevelingen
Om dit te verbeteren doet Nictiz negen aanbevelingen. Ze gelden voor alle lagen van bedrijfsvoering: organisatiebeleid, zorgproces, informatie, applicatie en IT-infrastructuur. De aanbevelingen in het kort: 1. Maak helder welke standaarden landelijk gebruikt moeten worden en zorg ervoor dat leveranciers die ook in hun systemen inbouwen. Volgens VWS gebeurt dat in het Informatieberaad. 2. Zorg voor een beheerproces om richtlijnen, zorgstandaarden en kwaliteitsstandaarden up-to-date te houden. Dat is de verantwoordelijkheid van het Zorginstituut. 3. Creëer draagvlak voor Eenheid van Taal om informatiestandaarden in de praktijk geïmplementeerd te krijgen. 4. Betrek leveranciers van ECD’s en PGO’s bij de ontwikkeling en implementatie van koppelstandaarden en kies één technische taal. Ook hier ligt de bal bij het Informatieberaad. 5. Kies voor één infrastructuur voor uitwisseling per informatiestroom. 6. Start informatie-uitwisseling met de cliënt met een minimale set aan gegevens: medicatieoverzicht, diagnose, afspraken, wensen en behoefte, patiëntproblemen en agenda. 7. Gebruik bestaande standaarden voor informatie-uitwisselingen tussen zorgprofessionals, zoals eOverdracht, Medicatieveiligheid en BgZ. 8. Werk aan een crossover tussen cure en care, bijvoorbeeld wijkverpleging wisselt continu uit met ziekenhuizen of huisartsen. Zoek dus samenhang met de bestaande VIPP-programma’s. 9. Zoek aansluiting en maak gebruik van de kennis uit lopende initiatieven bij Actiz, VGN en V&VN.
Tot slot benadrukt Nictiz dat er een waaier aan activiteiten uitgevoerd moet worden. Dat vraagt om serieuze inzet van mensen en middelen, en daar moet structureel prioriteit aan worden gegeven. “Hierin wordt door het programma InZicht voorzien”, zo is de reactie in de brief van Hugo de Jonge aan de Tweede Kamer.