Uit de jaarlijkse IZZ-monitor Gezond Werken komt daarnaast naar voren dat 40 procent van de zorgmedewerkers onbeschermd heeft gewerkt, met name in de verzorging en verpleging en de ggz. 37 procent van de zorgmedewerkers is in aanraking gekomen met corona. Dit komt overeen met recente besmettingscijfers, waaruit blijkt dat tot en met de eerste week van september in totaal bijna 20.000 zorgmedewerkers besmet zijn geweest met covid-19, oftewel: de helft van het aantal besmettingen betreft zorgmedewerkers.
Recupereren
Ook opvallend is het feit dat bijna een kwart van de zorgmedewerkers (24 procent) overuren heeft gedraaid. Die hebben ze weliswaar meestal uitbetaald gekregen, maar gezien de enorme belasting had IZZ liever gezien dat er ruimte was geweest om deze overuren in tijd te compenseren, zodat ze hadden kunnen recupereren.
Gigantisch
Gevraagd naar de opvallendste uitkomsten van de monitor, wijst Kip op de door zorgmedewerkers gevoelde mentale belasting. “88 procent is aan het piekeren en tobben geweest, ik vind dat een gigantisch getal”, reageert Kip. “Je hebt het toch over vormen van angst, stress en slaapverlies; zo wil je niet in je werk zitten. Mensen staan door corona lang en intensief bloot aan ernstig schokkende gebeurtenissen en hoge werkdruk. Daar komt vaak ook fysieke uitputting bij, die wel eens over het hoofd wordt gezien. Dan heb je een vergroot risico op post traumatische stressklachten.”
Anderen besmetten
Ondanks de coronastress zijn de betrokkenheid en bevlogenheid blijkens de IZZ-monitor onverminderd hoog. “Dat zijn goede eigenschappen, maar ze hebben ook een keerzijde, namelijk dat je jezelf vergeet”, zegt Kip. “Zorgmedewerkers hebben de neiging zichzelf op de laatste plaats te zetten. Als medewerkers piekeren over corona is het vaak niet uit angst om zelf besmet te worden, maar omdat ze bang zijn anderen te besmetten.”
Burn-out
Met kenmerken als uitzichtloosheid en gebrek aan invloed op de eigen werksituatie vertoont de mentale belasting als gevolg van corona volgens Kip overeenkomsten met de situatie bij burn-out. “De regelruimte op de werkvloer is misschien wel gegroeid, maar de eigen invloed is nog niet heel groot”, zegt Kip.
Waardering
Uit de monitor komt naar voren dat zorgwerknemers voor steun en waardering vooral naar collega’s kijken. Door de overheid en raden van bestuur voelen ze zich minder gesteund. “De overheid staat achter in het rijtje”, aldus Kip. “We hebben dit onderzoek in mei en juni afgenomen. Toen zweefde het idee van een bonus nog ergens rond, dus misschien heeft het toekennen van duizend en nu nog eens vijfhonderd euro een positieve invloed gehad. Maar de overheid en bestuurders zouden meer waardering moeten uitspreken. Dat hoeft niet altijd in geld; werk aan oplossingen. Roostering bijvoorbeeld komt elke keer weer terug, neem dat serieus. Zorg voor voldoende beschermingsmiddelen en voldoende personeel. Mensen moeten de gelegenheid hebben om op adem te komen.”
Werkvloer
In een separaat onderzoek heeft IZZ onderzoek gedaan naar gezond leiderschap. “Je ziet daar echt verschillen. Veel bestuurders weten eigenlijk niet wat voor impact ze hebben en wat ze kunnen bijdragen aan gezond werken; ze onderschatten hun eigen invloed op de gezondheid van medewerkers.” Terwijl het geen hogere wiskunde is. “Het klinkt als een open deur, maar neem de vraagstukken van je medewerkers serieus. En ook al zit je bij organisatie van drie of vierduizend werknemers, ga naar die werkvloer en blijf niet onder een glazen stolp zitten. Je kunt als bestuurder niet zeggen: ik breng het naar HR en dan ben ik er vanaf, je blijft verantwoordelijk.”
Vitale sector
De overheid zou zich wat Kip betreft meer rekenschap moeten geven van het belang van de zorg als vitale sector. “Moet je eens zien wat voor effect het zal hebben op het maatschappelijk welzijn en de economie als de zorg omvalt. Als je weerbare medewerkers wilt en een weerbare sector, dan is het cruciaal om te investeren in de mentale gezondheid van mensen.”
Lees ook: IZZ: Zorgmedewerker verdient voorrang bij planbare zorg