De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft haar beleid voor controle op de intramurale ouderen- en gehandicaptenzorg vastgelegd in een nieuw toetsingskader. Deze is 12 maart van kracht gegaan.
Dat meldt de IGZ op 28 maart via haar website. Later dit jaar gaat de inspectie het nieuwe toetsingskader ook gebruiken bij toezichtbezoeken in de geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg.
Pijlers
Het toetsingskader bestaat uit 3 thema’s: Persoonsgerichte Zorg. Deskundigheid en inzet van personeel. Kwaliteit en veiligheid. Die 3 pijlers zijn standaard. Als een inspecteur het nodig vindt kan ook worden gekeken naar bijvoorbeeld medicatieveiligheid, vrijheidsbeperking, hygiëne, mondzorg, onbegrepen gedrag of disfunctioneren.
Bij persoonsgerichte zorg kijkt de IGZ of en hoe de cliënt eigen regie heeft. Kent de zorgverlener de cliënt en is bekend wat hij of zij wil? En wordt daar gehoor aan gegeven? Bij deskundigheid en inzet personeel wordt gekeken naar kennis, vaardigheden en voldoende scholing om de juiste zorg te bieden – en of er wordt gewerkt volgens de juiste richtlijnen. Bij kwaliteit en veiligheid wordt gekeken naar methodisch werken volgens plan-do-check-act. Daarnaast kijkt de IGZ naar veilig werkklimaat en het leren van successen, incidenten, fouten en klachten.
Bezoekdag
Tijdens een bezoekdag zijn de inspecteurs veel aanwezig op verschillende afdelingen en in huiskamers. Daar observeren ze cliënten en medewerkers. Zo krijgen ze een beeld van hoe die daar leven en werken. Ze kijken bijvoorbeeld hoe medewerkers cliënten aanspreken en hoe het contact tussen cliënten en medewerkers is. Ook kijken de inspecteurs waarom vrijheidsbeperkende maatregelen worden ingezet. Daarnaast praten inspecteurs met bewoners en hun vertegenwoordigers, medewerkers, behandelaren en de cliëntenraad. Ook bekijken ze cliëntdossiers. Als dat kan, zijn inspecteurs ook aanwezig bij een overleg of een overdracht tussen twee diensten.
Smaken
Tot nu toe werd beoordeeld of een instelling voor verpleeghuiszorg of gehandicaptenzorg aan de norm voldeed of niet. Dat werd als te beperkt ervaren. In het nieuwe toetsingskader zijn er meer ‘smaken’ (voldoet, voldoet grotendeels, voldoet grotendeels niet, voldoet niet). Dit om aan te geven waar een instelling staat in het proces van verbetering.