Wegweiser in Drei Richtungen
De nieuwe zorgbrede governance-code die de gezamenlijke koepel Brancheorganisaties Zorg (BoZ) in december presenteerde, geeft een impuls aan de discussie over transparantie. Maar door het principle based karakter is er relatief veel ruimte voor interpretatie. Over de noodzaak tot verdere aanscherping en de precieze impact zijn de meningen dan ook verdeeld.
Dat komt naar voren uit een rondgang van freelance-auteur Peter van Lonkhuyzen langs bestuurders en governance-deskundigen in de zorg, zoals verschenen in Skipr magazine 04, april 2017.
Rode draad in de vernieuwde code zijn zeven principes, die terug te voeren zijn op de maatschappelijke doelstelling en maatschappelijke positie van zorgorganisaties. De opstellers willen daarmee duidelijk maken dat zorgorganisaties, en daarmee de bestuurders en toezichthouders, hun legitimatie ontlenen aan die doelstelling en positie. Dit betekent dat het fundament van goed bestuur bestaat uit een transparante en toetsbare opstelling. Bestuurders moeten actief tegenspraak organiseren en een open cultuur bevorderen.
Geen afvinklijstje
Daarnaast wil de BoZ in de nieuwe code afrekenen met afvinkgedrag en kookboek-governance. “Goed bestuur is altijd contextgevoelig en vraagt om maatwerk”, verduidelijkt BoZ-voorzitter Yvonne van Rooy in Skipr magazine. “De afgelopen jaren is steeds duidelijker geworden dat de belangrijkste vraag voor bestuurders en toezichthouders niet is of ze zich aan de regels hebben gehouden, maar of ze in een bepaalde situatie het goede hebben gedaan.”
Vragen
Op papier is de roep om transparantie een mooi streven, constateert Van Lonkhuyzen in Skipr magazine, maar in de praktijk kan de code flink wat vragen oproepen. Met name het principle-based karakter laat de nodige ruimte voor interpretatie. Wat bijvoorbeeld niet nader wordt omschreven, is wat een open cultuur inhoudt en hoe tegenspraak zou moeten worden georganiseerd. Elke zorginstelling is op dit moment al tot op een bepaald niveau transparant, maar wanneer is een instelling transparant genoeg?
Bas van der Velde, directeur van adviesbureau Rijnconsult en toezichthouder bij Jeugdbescherming Amsterdam, waarschuwt dat de code onbedoeld kan leiden tot bureaucratie. Om aan de eis tot transparantie in de code te voldoen kan de focus komen te liggen op het vastleggen van vergaderingen en beschikbaar stellen van de verslagen, waarmee een enorme bureaucratie ontstaat.
Interpretatie
Stefan Peij, governance-adviseur bij EY en oprichter van de Governance University, vindt het open karakter van de code juist positief. “Met de code lijken de brancheorganisaties een proces op gang te willen brengen om tot een invulling van de norm te komen”, zegt hij. “We klagen vaak dat alles wordt dichtgetimmerd, maar dat gebeurt hier juist niet. We moeten met elkaar, in een goed gesprek, de beste interpretatie voor de code zien te vinden.”
Maar ook al zijn de termen in de code niet nader ingevuld, dat wil niet zeggen dat hij geen aanknopingspunten biedt, stelt directeur Marius Buiting van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en Welzijn (NVTZ). Instellingen kunnen beginnen met meer verbindingen te leggen met organisaties en mensen die belang in ze stellen. “Vertel waar je mee bezig bent, wat je op de agenda hebt en hoe je evalueert”, aldus Buiting. “Als we die stap hebben gezet, kunnen we daarna bepalen of de invulling van de code verder aangescherpt of ingekleurd moet worden.”
Lees meer over de nieuwe zorgbrede governance-code in Skipr magazine 04, april 2017.