De nieuwe kwaliteitsstandaard is naar aanleiding van het hoofdlijnenakkoord voor de ggz ontwikkeld. In dat akkoord hebben partijen afgesproken de verwijzing, triage en diagnostiek in de ggz te verbeteren.
Aanbevelingen
Naast de symptomen verdiept diagnostiek zich in de persoon, diens context, beperkingen en mogelijkheden. “Door goed uit te zoeken wat er aan de hand is, kan een goede keuze gemaakt worden voor het behandeltraject”, aldus Jenneken Hasper, psychodiagnostisch werker bij GGZ Drenthe en voormalig voorzitter van de Vereniging Van Psychodiagnostisch werkenden.
In de nieuwe generieke module staan diverse aanbevelingen, zoals het uitvoeren van een inhoudelijke screening na aanmelding van een nieuwe patiënt. Ook wordt aanbevolen om bij de diagnose vanuit verschillende invalshoeken naar de klachten, problemen en mogelijkheden van de patiënt te kijken. Een ander belangrijk onderdeel van diagnostiek is triadisch werken, waarbij professional, patiënt én naaste gehoord worden. “Het is mooi dat het patiënt-, familie- en naastenperspectief de basis vormt voor alle hoofdstukken in de module”, reageert Roelf Scholma, voorzitter MIND familie- en naastenraden.
Evaluatie
In een online Panel van Akwa GGZ hebben 260 professionals een enquête ingevuld om te peilen hoe diagnostiek in de huidige praktijk plaatsvindt. Uit de enquête blijkt dat de behandeling en het zorgplan vaker worden geëvalueerd dan de diagnose, classificatie en indicatie. Informatie over de klachten, hulpvraag en eventuele eerdere behandeling van de patiënt blijkt volgens de enquête vaak niet beschikbaar op het moment van aanmelding. De generieke module onderschrijft juist het belang van deze informatie bij aanmelding en spoort aan om gedurende het hele zorgproces de diagnose, classificatie, indicatie, behandeling en zorgplan te evalueren en bij te stellen.
De module is ontwikkeld door een brede werkgroep van patiënten, naasten en professionals en geautoriseerd door relevante beroeps-, patiënten- en naastenverenigingen.