In de voortgangsrapportage gaat de minister verder in op andere toezeggingen die hij deed. In juni beloofde hij voor het einde van 2020 naast een herziening van de wachtlijstregistratie de vormgeving van gebouwenregistratie. Ook zegde hij toe dat dit jaar regioplannen aan de Tweede Kamer worden gepresenteerd.
Herziening wachtlijstregistratie
De huidige indeling in actief en niet-actief wachtenden geeft onvoldoende inzicht in de groep die bemiddeld moet worden naar een verpleeghuisplek. Daarom komt er meer nuancering in de wachtlijst. Die nuancering doet volgens de minister meer recht aan de situatie waarin de cliënt verkeert en de beweegredenen (urgentie, voorkeur) die daar een rol bij spelen.
Met ingang van 2021 worden vier statussen gehanteerd:
1 Urgent plaatsen: noodzaak voor plaatsing is leidend (crisissituatie, urgentie). Bemiddeling richt zich op snelle plaatsing. Voorkeur van de cliënt is daaraan ondergeschikt.
2 Actief plaatsen: voorkeur cliënt is leidend. Actieve bemiddeling, waarbij gezocht wordt naar passende oplossing. Alternatieven afwegen in overleg met cliënt.
3 Wachten op voorkeur: specifieke voorkeur van de cliënt is doorslaggevend. Zorgkantoor monitort de behoefte van de cliënt aan zorgbemiddeling.
4 Wachten uit voorzorg. De cliënt neemt zelf initiatief als zorgbemiddeling opgestart moet worden.
Landelijk register
Momenteel wordt een Landelijk register zorgaanbieders (Lrza) ingericht dat inzicht moet geven in de capaciteit en capaciteitsontwikkeling van de verpleeghuiszorg. Hierbij wordt rekening gehouden met een programma van eisen dat TNO heeft opgesteld in zijn prognose over de capaciteitsontwikkeling van de verpleeghuiszorg (.pdf).
Continu proces
In 2021 hebben de aanbieders toegang tot het Lrza, schrijft de minister. “Voor de vulling van het Lrza maak ik zoveel mogelijk handig gebruik van bestaande databronnen en de principes hergebruik van gegevens en gegevens aan de bron. In haar onderzoek concludeert TNO eveneens dat de data over de beschikbare capaciteit verbetering behoeven. Ik bezie bij de vulling van de Lrza wat de meest geschikte momenten en manieren zijn om de data te verbeteren. Dit zal een continu proces van kwaliteitsverbetering zijn.”
De zorgkantoren hebben mede op basis van een TNO-rapport over de behoefte tot 2040 voor elk van de regio’s een plan opgesteld. Ze gaan onder andere in op de demografische kenmerken van de regio, algemeen en van ouderen, de huidige capaciteit in een regio (aantal plaatsen, verhouding geclusterde zorg versus zorg in eigen woonomgeving, de spreiding locaties in de regio), de benodigde capaciteit in de regio, het verwachte tekort, de samenwerkingsstructuur en de bestaande bouwplannen voor uitbreiding.
Regioplannen
De Jonge schrijft dat het belangrijk is dat wordt afgestemd met de woonzorgvisie van gemeenten bij de nadere uitwerking van de regioplannen verpleeghuiscapaciteit. “Gemeenten worden ook ondersteund bij het opstellen van de woonzorgvisies via de ondersteuningsteams wonen en zorg, webinars, een leerkring en diverse handreikingen.”
De wachtlijsten voor verpleeghuizen groeien steeds sneller en de opgave om te voldoen aan de behoefte van verpleeghuiszorg wordt steeds groter. De krapte op de arbeidsmarkt en ‘dubbele vergrijzing’, waarbij er meer oudere mensen zijn die zorg nodig hebben en tegelijkertijd veel zorgpersoneel met pensioen gaat, zetten het zorgaanbod verder onder druk.
Groeiende wachtlijsten
De wachtlijsten voor de ouderenzorg lopen onder meer op door doorstroomproblemen in de keten, constateerde de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) eerder deze maand. Cliënten moeten ook steeds vaker vanuit een crisissituatie worden opgenomen. Om betere doorstroming te realiseren, heeft De Jonge in het voorjaar van 2020 de betrokken partijen verenigd in een stuurgroep die alle activiteiten coördineert.
Zorgkantoren
De NZa schreef halverwege deze maand in haar jaarlijkse evaluatie van de uitvoering van de Wet langdurige zorg dat zorgkantoren meer moeten doen om te anticiperen op de langer wordende wachtlijsten voor verpleeghuizen en de stijgende kosten voor langdurige zorg. Ze maken nu nog te weinig zichtbaar hoe zij sturen op doelmatige zorg en wat de resultaten zijn.