De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) gaat de komende jaren “de antenne uitsteken voor kwesties die onderbelicht blijven of in de taboesfeer liggen”. Het nieuwe adviesorgaan kiest daarbij voor een integrale benadering, voorbij bestaande kaders en belangen.
Dat stelde voorzitter Pauline Meurs bij de presentatie van het werkprogramma van de RVS in Utrecht. Volgens Meurs zijn de verschuivingen in de samenleving en de zorg dermate groot, dat een vernieuwende aanpak voor een adviesorgaan als de RVS onontbeerlijk is.
Als onderdeel van deze nieuwe aanpak gaat de RVS nadrukkelijk het oor in de samenleving te luisteren leggen en nieuwe werkvormen beproeven. “Niet als doel, maar als middel om lastige vragen goed over het voetlicht te krijgen”, aldus Meurs. “We zullen daarom ook mensen van buiten onze domeinen betrekken bij onze activiteiten, en andere sectoren interesseren voor vragen van gezondheid en welzijn.”
Uitdagen
Met deze werkwijze wil de RVS “een wisseling van perspectief bieden”. Meurs: “Dat is dé missie van de raad. Gaat het ons lukken om voorbij de gevestigde belangen te kijken, om andere manieren van kijken en nieuwe inzichten te presenteren waardoor ook andere en soms nieuwe oplossingen kunnen ontstaan?”
Daarmee hoopt de RVS zich te ontwikkelen tot “een gezaghebbende partij die de gevestigde posities en heilige huisjes analyseert en ter discussie durft te stellen. Adviezen moeten verrassen en uitdagen, ook als het ongemakkelijk is.”
De RVS is ontstaan uit het samengaan van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) en de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO). De RVS heeft van het kabinet een brede taak meegekregen en wordt geacht te adviseren “op het gebied van volksgezondheid en samenleving waarbij alle aspecten die van invloed zijn op de volksgezondheid en het functioneren van burgers in de samenleving worden betrokken”.
‘Onrustig bezit’
Volgens Meurs is deze brede opdracht enerzijds een zegen, maar anderzijds ook een “onrustig bezit”. “Bij mijn aantreden als voorzitter kreeg ik verschillende vragen mee: of wij met deze Raad de DBC-structuur even willen afschaffen, de WMO kunnen herzien, de sluiting van de WSW’s weten terug te draaien, burgerinitiatieven op een schild kunnen hijsen, integratie en participatie aan de onderkant van de samenleving op de agenda willen houden en de nieuwste technologieën in de zorg over het voetlicht kunnen brengen… Onze Raad kan dus over ongeveer elk onderwerp in de samenleving adviseren. Dat levert risico op voor onze eigen identiteit. Waar zijn wij wel en niet van?”
Tegen de stroom in
Om een verwaterd profiel voor te zijn, eigent de RVS zich de vrijheid toe om “het wiel opnieuw uit te vinden”. “Daarmee gaan we tegen de stroom in, maar daadwerkelijk ervaren eigenaarschap is voorwaarde voor goed resultaat”, aldus Meurs. Daarnaast heeft de RVS het werkterrein voor de komende jaren thematisch ingekaderd. De vier leidende onderwerpen zijn de veranderende verzorgingsstaat, het zoeken naar verantwoord sturen voorbij de huidige juridische en economische modellen, de belofte van wetenschap en techniek en een betere inbedding van vragen rond leven met een beperking in beleid, bestuur en professionele praktijk.
Lakmoesproef
Erik Gerritsen, secretaris-generaal van het ministerie van VWS, was in Utrecht duidelijk over het belang van de nieuwe adviesraad. “De integrale blik die de RVS op de kwetsbare mens richt vormt een lakmoesproef voor de verzorgingsstaat.” Ook wijdde Gerritsen enkele woorden aan de “atypische” aanpak van de RVS. “Waar een adviesorgaan vroeger een rapport schreef met het idee dat het aan de politiek en samenleving is om er wat mee te doen, wil de RVS mee verantwoordelijkheid nemen voor een beweging die ze zelf creëert. Als de RVS de verandering die ze wil, kan voorleven is de raad een succes.”