De kwaliteit en continuïteit van de geestelijke gezondheidszorg (ggz) lopen gevaar nu de sociaal psychiatrisch verpleegkundige (SPV) dreigt te worden uitgesloten van het regie-behandelaarschap. Daarvoor waarschuwt CNV Zorg & Welzijn.
Volgens de vakbond is de ervaring en deskundigheid van de SPV’ers onontbeerlijk is voor een goede zorg. De bond roept daarom minister Schippers van Volksgezondheid op, de SPV’er te rehabiliteren.
In mei van dit jaar heeft de commissie hoofdbehandelaarschap GGZ de minister geadviseerd om het hoofdbehandelaarschap minder financieel en meer inhoudelijk in te kleden. Om de nieuwe inkleding te bekrachtigen moet het hoofdbehandelaarschap voortaan worden aangeduid als regiebehandelaarschap. In de nieuwe constructie mogen SPV’ers niet langer het werk doen van regiebehandelaar binnen de ggz. Een en ander is door de minister bekrachtigd.
Cruciale fout
De regiebehandelaar voert de regie in de zorg rondom een cliënt en is daarom van cruciaal belang voor de kwaliteit van de zorg. Volgens de commissie moet de regiebehandelaar zijn opgeleid op niveau 7 of hoger. Aan dit niveau voldoet de SPV niet. De geringe ruimte die het advies van de commissie nog gaf aan de SPV, namelijk compensatie van het gebrek aan opleiding door ervaringsjaren, is door de minister definitief weggenomen. Met als gevolg dat nu alleen de verpleegkundig specialist, naast andere beroepsgroepen zoals psychiaters, regiebehandelaar mag zijn.
“De SPV’er heeft binnen de GGZ het meest patiëntgebonden werk en voert de regie over de behandeling. Het is een cruciale fout om deze professional, het directe aanspreekpunt voor cliënt en familie, niet meer mag werken als regiebehandelaar”, zegt Suzanne Kruizinga, voorzitter van CNV Zorg & Welzijn.
Wachtlijsten
Door deze professional uit te sluiten van het regiebehandelaarschap, mag de SPV’er ook geen indicaties meer stellen. “Hierdoor gaan de wachtlijsten flink oplopen. Want er is een tekort aan beroepsbeoefenaren die wel regiebehandelaar kunnen zijn”, aldus Suzanne Kruizinga. “Het is efficiënter de indicatiestelling weer formeel een verantwoordelijkheid van de SPV te laten zijn en daarmee onnodig lange wachtlijsten te voorkomen.”