Een medicijn dat voortdurend zelf kan bepalen hoe hard en waar het moet werken in het lichaam van een zieke. Onderzoekers van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) hebben een methode uitgevogeld waarmee ze zo’n medicijn dichterbij hopen te brengen. Ze publiceren vrijdag in Nature Communications.
Onder leiding van biomedisch ingenieur Maarten Merkx is uitgedokterd hoe een combinatie van DNA-moleculen in het medicijn in het lichaam doorlopend kan meten hoeveel er van de medicatie nodig is. De verzameling moleculen werkt als een soort computertje dat kan opvangen hoeveel verschillende antistoffen er tegen de ziekte in het lichaam actief zijn.
Het kan daaraan afmeten hoeveel medicijn moet worden afgegeven en dat in de gewenste hoeveelheid doseren. DNA is namelijk niet alleen de drager van genetische informatie, maar DNA-moleculen kunnen ook uitrekenen welke reacties in het lichaam gewenst zijn. Merkx en zijn collega’s zijn er volgens de universiteit als eersten in geslaagd om de aanwezigheid van antistoffen te koppelen aan zo’n DNA-computertje.
“Door het meten van antilichamen direct te koppelen aan de behandeling van de ziekte zouden we in de toekomst bijwerkingen en kosten kunnen verminderen”, aldus Merkx. (ANP)