Dit blijkt uit onderzoek van PGGM&CO en Stichting IZZ onder 614 medewerkers. Zij deden dit onderzoek in aanloop naar de invoering van de nieuwe Wet Zeggenschap.
Obstakels voor zeggenschap
De belangrijkste obstakels voor zeggenschap zijn de hoge werkdruk (45 procent), tijdsgebrek (40 procent) en een hiërarchische cultuur waarin besluiten top-down worden genomen (42 procent).
Opvallend is dat 84 procent van de medewerkers nauwelijks tot geen zeggenschap ervaart over het omgaan met personeelstekorten en het rooster (55 procent). Terwijl deze thema’s van groot belang zijn voor de ervaren werkdruk en werkplezier en daarmee de kwaliteit van de verleende zorg, schrijft PGGM&CO.
Onvoldoende betrokken
Uit het onderzoek blijkt dat de leidinggevenden medewerkers nog nauwelijks betrekken bij beslissingen die genomen worden die hun direct raken (17 procent).
“De tijd van vrijblijvendheid om te luisteren naar de inbreng van zorgverleners is allang voorbij. Toch ervaren medewerkers volgens ons onderzoek dat zij onvoldoende betrokken worden bij onderwerpen die van invloed zijn op hun dagelijks werk, de kwaliteit van de zorgverlening en het personeelstekort”, zegt Anouk ten Arve, programmamanager onderzoek bij PGGM&CO.
Ook blijkt uit het onderzoek dat één op de drie medewerkers in de zorg verwacht dat de nieuwe Wet Zeggenschap weinig verandering zal brengen.
Meer weten over (mede)zeggenschap? Kom dan naar het Congres Zeggenschap in de zorg
Meer inspraak, meer kansen
1 september 2023, Veenendaal
Peter Koopman
“Zorgmedewerker” is containerbegrip. “Zeggenschap” kan “meepraten”, “zelf beslissen” of “x” betekenen. Zorgprofessionals (degenen, die erkend deskundig zijn op terrein zorg voor individuele gezondheid: wet BIG) beschikken over een in de wet vastgelegd deskundigheidsgebied en het is logisch dat bij beleids/kwaliteitsbeslissingen hun invloed een grote rol speelt. “Meewerkers in de zorg”, zoals “begeleiders”, “assistenten”, “helpenden”, “leidinggevenden”, enz. kennen hun functieomschrijving en de daarin opgenomen taken zijn mogelijk het kader voor “meepraten” vanaf 1 juli 2023 ?