Binnen de nieuwe Wmo is geen ruimte voor de vergoeding van domotica. Daarmee onthoudt de Wmo ouderen een belangrijk instrument om langer zelfstandig te kunnen wonen. Bovendien hebben gemeenten geen visie op domotica en houden ze zich ook om die reden nauwelijks met het onderwerp bezig.
Dat constateert Hannah de Kruijf van de Hogeschool Utrecht in een verkennend onderzoek in opdracht van technisch dienstverlener Leertouwer. De Kruijf richt zich in haar onderzoek naar langer zelfstandig wonen met name op de rol die domotica hierbij kan spelen. Volgens De Kruijf kan domotica in combinatie met woningaanpassingen een sleutelrol spelen bij het langer zelfstandig wonen van ouderen. Het nieuwe wettelijke kader houdt hier volgens De Kruijf geen rekening mee. “De nieuwe Wmo geeft geen recht op zorg en speelt totaal niet in op zorgdomotica”, stelt De Krijf. “Sterker nog, woningaanpassingen komen komen in de Wmo helemaal niet terug.”
Domotica-bewustzijn
De implementatie van domotica wordt volgens De Kruijf ook gehinderd door een gebrek aan domotica-bewustzijn. “Gemeentes zijn straks verantwoordelijk voor de zorgverlening richting hun burgers, maar zij hebben vrijwel geen visie op domotica-oplossingen en houden zich er nauwelijks mee bezig”, aldus De Kruijf. “Daarnaast verdiepen ook burgers zich niet in woningaanpassingen en domotica. De combinatie van domotica en langer thuis wonen moet de zorgkosten drukken. Daarom is meer domotica-bewustzijn nodig.”
Eilandjesmentaliteit
De Kruijf ziet daarnaast een ‘eilandjesmentaliteit’ die samenwerking tussen gemeenten, zorgaanbieders, zorgvragers en zakelijk dienstverleners in de weg staat. “Iedere partij heeft op dit moment zijn eigen belangen”, stelt De Kruijf. Volgens haar is samenwerking cruciaal voor het welslagen van het beoogde ouderenbeleid. “Kwaliteit van wonen, welzijn en zorg kan niet alleen door de maatschappelijke sectoren gerealiseerd worden”, gelooft De Kruijf. “Vanwege de complexiteit van het vraagstuk ontkom je niet aan multidisciplinaire samenwerking tussen de profit- en non-profitsectoren. Maar dat betekent dat actoren anders zullen moeten gaan denken, waarbij het voor iedereen het langer zelfstandig thuis centraal staat.”