AppleMark
Er zijn al jaren te weinig woningen voor senioren met een zorgbehoefte. De scheiding van wonen en zorg en de decentralisatie van de langdurige zorg maken het tekort aan woningen des te nijpender. Er zijn volop lokale initiatieven op het gebied van woonzorg, maar de samenwerking tussen maatschappelijke partners gaat moeizaam en de minst vermogende ouderen vallen buiten de boot. Dat constateren veldpartijen in het Skipr Magazine van deze maand.
Het overheidsbeleid is er al enige jaren op gericht om ouderen langer thuis te laten wonen – en zij doen dat ook in groten getale. Met name in de grote steden wonen veel van deze mensen in ongeschikte, verouderde etagewoningen. Vergrijzing zorgt er daarnaast voor dat het aantal ouderen toeneemt en dat zij gemiddeld ook steeds ouder zijn. Vereenzaming is een groeiend probleem.
Hier ligt een grote opdracht met betrekking tot de bouw van zorgwoningen. Dat lijkt een mooie klus voor woningcorporaties. Die verkeren sinds vorig jaar weer in een gunstige kapitaalpositie en maken volop plannen voor deze doelgroep. Echter, het volume dat met deze initiatieven wordt gerealiseerd, compenseert het tekort niet en het zijn vooral ouderen in de laagste inkomensgroepen die daar de dupe van zijn, schetst de Woonbond in het Skipr Magazine.
Bloed, zweet en tranen
Woningcorporatie Habion richt zich specifiek op ouderen. De huisvester is enige jaren geleden begonnen met het verschaffen van een tweede leven aan leegkomende bejaardentehuizen. Het transformeren van verzorgingshuizen zou zelfs Habions core business kunnen worden. Dit vraagt wel om een andere relatie met zorgaanbieders.
“We waren leverancier van gebouwen aan zorginstellingen. We gaven hen de sleutel en daarna hadden zij carte blanche in die gebouwen. In de nieuwe wereld ligt het eigenaarschap bij bewoners en de lokale samenleving, waarbij de zorgpartner leverancier is in de keten. Dat is zowel voor de zorgorganisatie als voor Habion ingewikkeld”, zegt directeur Boerenfijn. Uit hoofde van die nieuwe activiteit zit hij tegenwoordig regelmatig aan in driehoeksoverleg met zorg- en welzijnsverleners en bewoners. “Het is vaak bloed, zweet en tranen. Maar door onderling te blijven afstemmen, kun je iets creëren waar bewoners werkelijk voor willen gaan.”
Helaas, daar schort het nog weleens aan. “Wat wij, nu we hier steeds meer bedreven in raken, zien is dat partijen nog vaak moeite hebben om samen met ons daadwerkelijk tot oplossingen te komen die werken voor bewoners”, aldus Boerenfijn.
Spelletjes
Adviesbureau InoCare bedacht het concept Residentieel Transmuraal Wonen, woonzorgcomplexen waar ouderen betaalbaar kunnen wonen en waar zorg naar zwaarte kan worden afgenomen. Daarvoor zoekt bestuurder Paul Witteman de samenwerking met instellingen voor thuis- en pleegzorg, om het aanbod compleet te maken, tot aan 24-uurs zorg toe.
Dat valt niet altijd mee. “Ik heb al meegemaakt dat ik een VVT-instelling een offerte vroeg voor het leveren van zorg in een project dat wij aan het plannen zijn en dat ze met een prijs kwamen waarvan ik steil achterover sloeg. Dus vroeg ik een andere instelling iets verder uit de buurt, die exact hetzelfde pakket 20 procent goedkoper aanbood. Wat denk je, pal daarna komt die eerste instelling ongevraagd met een prijs die weer net iets lager lag. Het zijn dat soort spelletjes waarmee ik voortdurend te maken heb, terwijl we toch met z’n allen bezig zouden moeten zijn om oplossingen te realiseren voor de mensen om wie het gaat.”
Lees het verhaal over nieuwe woonvormen in de zorg in Skipr magazine 11, november 2017.