De cijfers van het Nivel zijn een aanvulling op die over ziekenhuisopnames en sterfte in verband met covid-19 en geven de ontwikkeling van de ziekte weer in een vroeger stadium.
Uit de update van week 21 (18-24 mei) blijkt dat huisartsen opnieuw minder patiënten met covid-19 zagen dan de week ervoor. Dit is in lijn met de dalende trend in de ziekenhuisopnames.
Piek in week 13
De 350 aan het onderzoek deelnemende huisartsen registreren covid-19 vanaf week 10 (begin maart). In week 13 (de week van 23 maart) kwamen de meeste mensen met klinisch bevestigde covid-19 bij de huisarts, ruim 40 per 100.000 inwoners. Dit sluit aan bij de cijfers op basis van geteste patiënten van het RIVM en de GGD-en, waarbij de piek ook in week 13 lag.
In de weken hierna nam het aantal nieuwe patiënten met een bevestigde diagnose steeds verder af. In week 21 registreerden de huisartsen 6 patiënten met klinisch bevestigde covid-19 per 100.000 inwoners (figuur 1). Dat is opnieuw minder dan de week ervoor.
Ook verdenkingen
Naast de klinisch bevestigde diagnoses registreerden de huisartsen ook verdenkingen op covid-19. Ook hier lag de piek in week 13, toen het aantal 125 per 100.000 inwoners was (figuur 2). In week 21 registreerden de huisartsen 18 patiënten met verdenking op COVID-19 per 100.000 inwoners. Ook dat is minder dan de week ervoor.
Nauwelijks verschillen stad-platteland
De daling van week 21 geldt voor alle provincies, behalve Drenthe en in mindere mate Utrecht.
Het Nivel heeft ditmaal ook gekeken of er verschillen zijn tussen stad en platteland. Dat blijkt slechts in geringe mate zo te zijn.