Dat blijkt uit het Nivel-onderzoek ‘Oversterfte tijdens de COVID-19-pandemie’
Oversterfte ongevaccineerde groepen
Voor ongevaccineerde groepen was er in de periodes tot drie en tot twaalf maanden na de verwachte eerste vaccinatiedatum sprake van oversterfte. De oversterfte voor de verschillende groepen was het laagst voor de groep 18 t/m 35-jarigen in de twaalf maanden na vaccinatie (tussen 47 en 71 procent) en het hoogst voor de groep van 76 jaar t/m 80-jarigen in de drie maanden na vaccinatie (tussen 225 en 371 procent).
Ondersterfte gevaccineerde groepen
Voor vrijwel alle gevaccineerde groepen was daarentegen in beide periodes sprake van ondersterfte. Ook wanneer de onderzoekers corrigeerden voor demografische en sociaaleconomische kenmerken en medische voorgeschiedenis (variërend tussen -6 tot -3 procent voor de 76 t/m 80-jarigen in de twaalf maanden na vaccinatie tot -50 tot -40 procent voor de 36 t/m 60-jarigen in de drie maanden na vaccinatie). Alleen voor de groep gevaccineerden van 81 jaar en ouder was er oversterfte te zien en alleen in de drie maanden na de eerste vaccinatiedatum (tussen 6 en 9 procent).
Maatregelen COVID-19-pandemie
De gevonden ondersterfte kan samenhangen met de maatregelen die genomen zijn om de COVID-19-pandemie te beteugelen, zoals de lockdowns, de anderhalvemetermaatregel en het dragen van mondkapjes. Mensen liepen minder risico’s doordat ze meer thuisbleven en sociale interacties werden beperkt. Zo was er bijvoorbeeld minder griep en ook minder ongelukken.
Leefstijl en obesitas
Een andere verklaring is dat er nog andere factoren, zoals leefstijl en obesitas, een rol speelden in de relatie tussen COVID-19-vaccinatie en oversterfte, waarvoor de onderzoekers niet konden corrigeren. Dit ondanks pogingen om dit te minimaliseren door rekening te houden met veel verschillende persoonskenmerken.
Forse oversterfte bij kwetsbare groepen
Het verschil in oversterfte tussen de gevaccineerde en ongevaccineerde populatie was nog groter in kwetsbare groepen, zoals mensen met COPD, diabetes of hart- en vaatziekten. Voor kwetsbare groepen, zoals mensen met COPD, diabetes of hart- en vaatziekten, was er – in vergelijking met mensen met dezelfde aandoening en kenmerken in 2015 t/m 2018 – sprake van oversterfte in de drie en in de twaalf maanden na de eerste (verwachte) COVID-19-vaccinatiedatum. De oversterfte was hoger onder ongevaccineerden (maximaal 360 tot 888 procent) dan onder gevaccineerden (maximaal 138 tot 149 procent).
Vaccineren voorkomt sterfte
Dit onderzoek bevestigt daarmee het belang van COVID-19-vaccinatie voor het voorkomen van sterfte in de periode 2021-2022, in de hele populatie, maar in het bijzonder ook bij kwetsbare mensen. De hoge vaccinatiegraad onder met name kwetsbare groepen, zoals ouderen en mensen met chronische aandoeningen, heeft waarschijnlijk veel overlijdens aan COVID-19 voorkomen.
Tegelijkertijd zagen de onderzoekers in dit onderzoek dat specifieke groepen er vaker voor kiezen zich niet te laten vaccineren. Waarom dit zo is, heeft het Nivel niet onderzocht.
Frank Conijn
“Tegelijkertijd zagen de onderzoekers in dit onderzoek dat specifieke groepen er vaker voor kiezen zich niet te laten vaccineren. Waarom dit zo is, heeft het Nivel niet onderzocht.”
.
Waarschijnlijk door verhalen gebaseerd op pseudowetenschap, selectief selecteren uit de literatuur, halve waarheden en zelfs hele leugens.
.
Zelfs mensen die geloven in homeopathie zouden zich moeten laten vaccineren, want is het op hetzelfde principe gebaseerd. ‘Similia similibus curentur’, zoals grondlegger Hahnemann het formuleerde: genees/voorkom de ziekte door het gelijksoortige. En dan is het ook nog zo dat in homeopathische middelen boven een bepaalde verdunning geen werkzame stof meer zit, terwijl die in vaccins wel zitten.