Responstijden zeggen weinig over de kwaliteit van de ambulancezorg. Om die reden kunnen ze beter losgelaten worden, adviseert Nivel. Ook pleit Nivel voor een betere urgentie-indeling
De ambulancezorg in Nederland kan beter, stelt Nivel. Het onderzoeksinstituut onderzocht en vergeleek de ambulancezorg van dertien landen en interviewde er 36 deskundigen over. De twee voornaamste aanbevelingen uit het onderzoek: laat de vaste responstijden los en zorg voor een betere urgentie-indeling.
Onderbouwing
Responstijden van ambulances zeggen weinig over de kwaliteit van de geboden zorg. Bovendien is er geen wetenschappelijke onderbouwing van de gestelde norm, staat in het onderzoek. Toch wordt de responstijd vaak gezien als belangrijke indicator voor goede ambulancezorg en zijn beleidsmakers terughoudend om die los te laten. Dat dit wel degelijk mogelijk is, bewijst Wales. Daar geldt alleen bij de hoogste urgentie een responstijd van acht minuten (met een norm van 65 procent).
Verfijnde urgentie
In Wales zorgt een verfijnde urgentie-indeling bovendien voor meer flexibiliteit en beter onderscheid tussen verschillende zorgvragen. Spoedeisende zorgvragen worden daardoor vaker op tijd beantwoord dan voorheen. Ook dat kan Nederland tot voorbeeld dienen, zeggen de onderzoekers. Een beter urgentiesysteem kan het gemakkelijker maken tijdig de juiste zorg op de juiste plek te krijgen.
Het zou volgens Nivel ook goed zijn om de urgentie-indeling van ambulances en van huisartsen en andere eerstelijnszorg op elkaar af te stemmen. In geen van de dertien onderzochte landen is dit het geval, constateren de onderzoekers. Nederland kan hierin dus voorop gaan lopen.